Özcan Akyol: “Ik groeide kansarm op, maar taal gaf mij verstrekkende rijkdom”
Eus deelt zijn verhaal over taal
Schrijver, columnist en mediapersoonlijkheid Özcan Akyol boeide én ontroerde aanwezigen van de Nederlandse taalconferentie ‘NEDwerk’ met zijn liefde voor taal. “Het heeft mijn leven gered. Dat zijn grote woorden, maar u zult aan het einde van mijn verhaal begrijpen waarom.”
De conferentie, georganiseerd door de HAN, NEDwerk, Quadraam en het Candea College, werd op de Nijmeegse HAN-campus gehouden “voor iedereen met een voorliefde voor de Nederlandse taal en onderwijsvernieuwing”. Zodoende zat de zaal vol met mensen uit verschillende takken van educatie, zoals leraren uit het basis- en voortgezet onderwijs, docenten uit het beroepsonderwijs en andere taalbeoefenaars en liefhebbers.
Na de opening door Léon Lucas, lector van het Candea College in Duiven, en de presentatie van het nieuwe Handboek Vakdidactiek Nederlands, is het woord aan Özcan Akyol, beter bekend als ‘Eus’. In zijn lezing staat hij vooral stil bij de impact van taal op het krijgen en pakken van kansen in het leven, iets wat hij aan den lijve heeft ondervonden.
Gastarbeidersgezin
“Als ik geen boeken had gelezen, had ik me niet kunnen ontworstelen aan mijn kansarme milieu”, opent Eus, zoon uit een Turks gastarbeidersgezin, zijn lezing. “Mijn vader werd midden jaren zeventig vanuit Centraal-Anatolïe naar Nederland gehaald om te werken in een fabriek in Deventer. De belofte? Drie jaar werken, geld verdienen en daarmee terug naar Turkije om een leven op te bouwen. Het liep anders.”
Eus’ vader, opgegroeid in een boerengezin in de Turkse bergen, is nooit naar school geweest en als gevolg analfabeet. Net als zijn moeder. Als zijn vader aankomt in Nederland (“hij wist niet eens waar dat lag, laat staan Deventer”) met een paar andere Turkse mannen, wordt hij gehuisvest boven een bordeel. “Mijn vader noemt het de beste drie jaar van zijn leven”, aldus Eus, “maar hij heeft hij zich destijds ontpopt tot een agressieve alcoholist en hoerenloper. Voor ons gezin bleek het verschrikkelijk.”
Na drie jaar gaat zijn vader niet terug naar Turkije, maar voegt zijn moeder zich bij hem in Nederland. Ze krijgen drie zoons, waarvan Eus de jongste is. “Je moet je voorstellen dat mijn ouders steenkolen Turks spraken: ze hadden nooit onderwijs genoten. De Nederlandse taal leerden ze niet, want inburgeren bestond nog niet. Mijn vader werkte in een fabriek, mijn moeder werd schoonmaakster. Kortom: de basisschool moest er voor zorgen dat wij Nederlands leerden.” Dat blijkt een uitdaging, vooral op een kansarme, zwarte school, met kinderen uit allerlei culturen.
Goede Tijden, Slechte Tijden
Eus spreekt als kind een mengelmoes aan talen. Van steenkolen Turks in dialect en straattaal (“Ik sprak Bargoens en zei dingen als ‘peiger’ (doodgaan) en ‘sjikker’(dronken)”), tot Gelders (“Ik doe het raam los (open)”) en het Nederlands dat hij op televisie leert. “Onze buren namen allemaal een schotelantenne om buitenlandse zenders te ontvangen”, vertelt Eus. “Mijn vader kocht liever kratten bier dan dat hij geld uitgaf aan een antenne. Onbedoeld heeft hij ons daarmee een plezier gedaan, want we keken noodgedwongen Nederlandse televisie.”
Zodoende begint zijn moeder in de jaren negentig de soap Goede Tijden, Slechte Tijden te kijken. “Mijn broers en ik moesten ter plekke vertalen voor haar. Zo zat ik op 10-jarige leeftijd te vertellen dat Ludo honger had en Janine naar de keuken stuurde om eten voor hem te maken, terwijl Ludo eigenlijk net had gezegd dat hij zin in Janine had en of ze alvast naar de slaapkamer wilde gaan. Ik leerde toen al creatief met taal om te gaan, zullen we maar zeggen…”
De grappige anekdote leidt ertoe dat Eus de aanwezigen serieus wil wijzen op het gevaar van kinderen als tolk. “Pas daarmee op. Het is heel handig als een oudere broer of zus kan dienen als tolk, maar je belast kinderen. Ze krijgen indirect zware verantwoordelijkheden en voelen dit. Zo moest mijn broer als 12-jarige met mijn vader mee naar de bank om een hypotheek af te sluiten. Terwijl hij er niks van begreep. Mijn vader was woedend in het Turks aan het tieren, de bankmedewerker raakte eveneens gefrustreerd. En mijn broer zat daar tussen.”
Achterblijven door taalproblemen
Zo ziet Eus nog steeds kinderen die door taalproblemen achterblijven. “In de klas van mijn zevenjarige dochter zit een Syrisch jongetje. Hij had als enige geen paasdoos met paasontbijt geregeld. Dat was langs hem heen gegaan. Navraag bij de juf leverde op dat ze “het gecommuniceerd had in de klas, maar ook via de ouder-app”. Ik vroeg haar: “besef je dat zijn ouders hoogstwaarschijnlijk analfabeet zijn, geen Nederlands spreken en ook die app niet hebben?”. Nee, dat had ze niet. Kan gebeuren, maar toch schrik ik ervan dat dit nog altijd voorkomt.”
Aan de hand van nog een paar anekdotes uit zijn jeugd, zoals over het fenomeen Sinterklaas (“wij snapten er als kind niks van, mijn ouders waren bang voor een oude man die blijkbaar ’s nachts door de schoorsteen kwam, onze schoenen bleven natuurlijk leeg en toen zei de tolk óók nog dat Sint uit Turkije kwam, wat we al helemaal niet begrepen”) en dat hij nooit werd voorgelezen thuis (“één van de belangrijkste manieren om een kind al vroeg taal bij te brengen”), komen we bij de belangrijke kantelpunten in Eus’ leven.
Bajesbibliotheek
“Ik deed het eigenlijk heel goed op school”, vertelt Eus. “Mijn broers waren me voorgegaan en konden mij voor hun fouten behoeden, ik keek veel Nederlandse televisie en had aanleg. Na de citotoets kreeg ik atheneumadvies. Maar de juf was het daar niet mee eens. Ze beschuldigde me van afkijken, wat belachelijk was, want niemand in de klas was zo goed als ik, dus bij wie had ik moet afkijken? Daarna zei ze dat ik niet op mijn plek zou zijn “tussen de blonde kinderen op het atheneum”. Ik kreeg ivbo-advies (tegenwoordig vmbo-red.) van haar, nog lager dan de mavo die mijn broers deden. Mijn vader is toen, met mijn broer als tolk, scheldend verhaal komen halen. Uiteindelijk leverde dat een gênante vertoning en, bij wijze van compromis, mavo-advies op.”
Eus doorloopt de mavo en gaat vervolgens MBO Sociaal Juridische Hulpverlening studeren. “Dat deed ik vooral omdat mijn ouders wilden dat één van hun kinderen arts of advocaat werd om zo ons gezin uit de armoede te halen. Dit kwam in de buurt.” Eus zit niet op zijn plek. “Ik begon mijn geldingsdrang negatief te tonen. Ik misdroeg me, raakte bij kroeggevechten betrokken, kwam veel in aanraking met politie en belandde op mijn achttiende in het Huis van Bewaring vanwege creditcardfraude. Daar zat ik een tijdlang in beperking, zonder tv, radio of andere communicatie. Een cipier nam me toen mee naar de Bajesbieb. Het bleek mijn redding.”
Nieuwe, onbekende werelden
Eus leest boeken over Baantjer en stapt daarna over op romans, van onder meer Maarten ’t Hart en Jan Cremer. “Zij namen mij mee naar nieuwe, onbekende werelden. Ik leerde nieuwe woorden kennen en kon daardoor beter nadenken omdat mijn taalgereedschap uitbreidde. Ik leerde mezelf beter begrijpen.” Eus besluit na zijn vrijlating om schrijver te worden. “Ik wilde mijn eigen verhaal delen, in een boek. Blijkbaar was dat mogelijk.”
Eus doet een schrijversopleiding, studeert vervolgens HBO Journalistiek bij Windesheim en start daarna aan de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, die hij niet afmaakt. In 2012 verschijnt zijn autobiografische schelmenroman ‘Eus’ en in 2016 het boek ‘Turis’, over het schokkende dubbelleven van zijn vader, met wie hij inmiddels gebroken heeft. Bovendien groeit hij uit tot bekende mediapersoonlijkheid door niet alleen zijn boeken, maar ook columns, lezingen, tv-programma’s en gastoptredens. Eind dit jaar komt zijn nieuwe boek ‘Afslag 23‘ uit.
Levensbepalend
“Ik sluit deze lezing af met een paar clichés, die voor mij enorm gelden”, aldus Eus. “Lezen heeft mij empathisch vermogen gebracht en mijn referentiekaders vergroot. De rijkdom van taal heeft me de mogelijkheid gegeven om me te ontworstelen aan mijn kansarme milieu. Mijn pleidooi voor jullie, werkzaam in het onderwijs, is dan ook: heb oog voor je leerling. Verdiep je in hun leven, in hun uitdagingen. Leer hen dat lezen, luisteren, taal en communicatie je leven enorm kunnen bepalen.”
Eus ontvangt na zijn afsluitende woorden een warm applaus van de aanwezigen. Zij konden vervolgens geïnspireerd door naar de talloze workshops over taal en onderwijsvernieuwing.
Alle reacties (2)
Theo IJsseldijk
Eus petje af. Je hebt het ver gebracht grote bewondering. Ik hoop dat het goed met jou, je vrouw en twee kinderen mag gaan.
Miny Blanken de croon
Top eus.goed gedaan.