Wie moet stagediscriminatie leren herkennen: de stagiair of het bedrijf?

Studenten moeten stagediscriminatie leren herkennen. Dat staat in een nieuwe stagecode van bedrijven en hogescholen. Kijk liever naar de rol van bedrijven zelf, reageren studentenorganisaties ISO en LSVb.

Vervanging stagecode 2006

Vorige week presenteerden bedrijven en de Vereniging Hogescholen samen een nieuwe stagecode. De afspraken gaan verder dan de oude code uit 2006, die vooral over praktische zaken ging. Deze keer staan er ook richtlijnen in voor goede begeleiding en de contacten tussen de opleiding, stagiair en het bedrijf. En stagediscriminatie moet voorkomen worden.

Taak voor bedrijven die discrimineren?

Veel nieuwe afspraken gaan over dat laatste punt. Een deel van de oplossing ligt volgens de ondertekenaars bij studenten: zij moeten stagediscriminatie leren herkennen, er melding van maken en er samen met hun opleiding en stagebedrijf over in gesprek gaan.
Studenten die ervaring hebben met discriminatie trekken wellicht hun wenkbrauwen op. Discriminatie leren herkennen? Is dat niet meer iets voor discriminerende bedrijven? In de nieuwe stagecode gaat het daar niet over.

“Niet op studenten afschuiven”

Dat verbaast studentenorganisaties. De nieuwe code is duidelijk zonder studenten aan tafel tot stand gekomen, stelt LSVb-voorzitter Maaike Krom: “Er is best veel bij studenten neergelegd. Maar het probleem van stagediscriminatie ligt natuurlijk bij bedrijven. Die verantwoordelijkheid kun je niet op studenten afschuiven.”

Te laat voor feedback

Het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) heeft dat eerder ook aan de Vereniging Hogescholen laten weten, vertelt voorzitter Sarah Evink: “De vereniging heeft ons gevraagd om feedback. We hebben toen gezegd dat we het gek vinden om de verantwoordelijkheid voor stagediscriminatie bij studenten neer te leggen. Bedrijven moeten inclusief werven. De vereniging zei toen dat het niet meer mogelijk was om de feedback in dit stagepact op te nemen.”

Geen afspraken over stagevergoedingen

Het ISO is voor het grootste deel blij met de afspraken, benadrukt Evink, maar “als we eerder betrokken waren geweest, hadden we meer kunnen toevoegen.” De organisatie mist bijvoorbeeld ook goede afspraken over stagevergoedingen.

Studenten wel betrokken, zegt VH

Volgens de Vereniging Hogescholen waren de studenten wel degelijk betrokken bij de totstandkoming van de stagecode. “Ze hebben tussentijds en op het eindproduct hun reactie gegeven”, zegt een woordvoerder. En volgens haar gaven ze sommige punten te laat door.

Ook rol studenten in Manifest tegen stagediscriminatie

De Vereniging Hogescholen wijst er bovendien op dat alle partijen, ook studenten, eerder al hun handtekening hebben gezet onder een manifest tegen stagediscriminatie. Daarin staat dat bedrijven, onderwijsinstellingen én studenten naar vermogen hun verantwoordelijkheid zullen nemen in de strijd tegen stagediscriminatie. Ook het ‘herkennen en bespreekbaar maken’ van stagediscriminatie wordt daarin genoemd.

Discriminatie “complex vraagstuk”

Werkgeversorganisatie VNO-NCW, die samen met MKB Nederland de code ondertekende, wijst eveneens op dat manifest. Daarin wordt discriminatie een “complex vraagstuk” genoemd.
Volgens VNO-NCW committeren werkgevers zich al aan het tegengaan van stagediscriminatie. Zo werken ze samen in het landelijk programma van ECHO, het expertisecentrum diversiteitsbeleid. “Ook activeren we branches om aan voorlichting en ondersteuning te werken”, zegt een voorlichter van de werkgeversorganisatie.

Melden discriminatie kan tot ongemakkelijke conclusies leiden

In de nieuwe stagecode beloven hogescholen dat studenten discriminatie bij hen kunnen melden. Bij een melding moeten bedrijven en hogescholen daar met elkaar over in gesprek, onder meer voor hoor- en wederhoor.
In de code staat nadrukkelijk dat hier “ongemakkelijke” conclusies uit kunnen volgen. Wellicht moet een bestaande stage stoppen. Maar dat ongemak moet niet worden geschuwd, vinden de ondertekenaars.

Stagecode 2025 geldt voor 300.000 bedrijven en 36 hogescholen

De code geldt voor de ongeveer 300.000 bedrijven die zijn aangesloten bij VNO-NCW en MKB Nederland en de 36 publiek gefinancierde hogescholen. Ook de branchevereniging voor particuliere trainers en opleiders (NRTO) zette haar handtekening. Daardoor moeten ook opleiders als TIO, LOI en NCOI zich aan de afspraken houden.

HOP, Olmo Linthorst

Dit artikel maakt deel uit van de SAM stagespecial 2025.

Alle reacties (0)

Reageren? Hou je dan wel aan de spelregels.

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *