
Hoe krijgen we jongeren weer aan het sporten?
Jongeren sporten en bewegen steeds minder. Een kwart heeft inmiddels overgewicht. Hoogste tijd dat het kabinet, sportkoepels en het onderwijsveld zélf meer in beweging komen, zegt sporteconoom en HAN-docent/onderzoeker Willem de Boer.
Is het met onze jongeren echt zo treurig gesteld, als het aankomt op sport en bewegen?
“Het zou onzin zijn om ze allemaal over dezelfde kam te scheren; in de leeftijdsgroep tot en met 12 jaar is er nauwelijks een probleem. Maar vooral jongeren tussen de 13 en 18 jaar sporten en bewegen steeds minder. Een dalende trend die al jaren hardnekkig doorzet.”
Naar de oorzaken: wat zijn de grootste boosdoeners?
“Waar volwassenen vaak sport beoefenen om gezond te blijven, sporten en spelen jongeren vooral omdat ze het leuk vinden. Met de komst van andere aantrekkelijke vrijetijdsbestedingen – gamen voorop – is sport slechts één van de opties geworden. Vlak zeker ook de rol van corona als, letterlijk, spelbreker niet uit. Tijdens de lockdowns moesten sportclubs langere tijd de poorten sluiten. Juist jongeren uit groepen met een ‘lagere’ sociaaleconomische status (SES-score, in vaktermen) bleken daarna moeite te hebben om het sportritme te hervinden.
Daar komt bij dat jongeren uit gezinnen met een lagere SES-score eerder spontaan sporten en bewegen, buiten op straat en op de pleinen en veldjes in de wijk. Kinderen van hoger opgeleide ouders sporten eerder in georganiseerd verband, zijn lid van sportverenigingen. Dat werkt in de hand dat zij vaker blijven doorgaan met sporten. Ook omdat hun ouders de wegen kennen en de middelen hebben. Dit terwijl hun minder bevoorrechte leeftijdsgenoten minder buitenspelen zodra zij naar de middelbare school gaan. Uit tijdgebrek en omdat de nieuwe schoolomgeving zich hier minder voor leent.”

Hoe werkt dit negatief door, op individueel en maatschappelijk niveau?
“Om positief te beginnen: jong geleerd, oud gedaan. Plezier beleven in sporten en bewegen op jongere leeftijd is een goede voorspeller van een actieve levensstijl op latere leeftijd. Ook na een piekperiode in je werk of na een stevige griep pak je dan de draad gewoon weer op. Het gezonde beweegpatroon zit in je systeem.
Omgekeerd: minder sporten en bewegen heeft onaangename, verstrekkende gevolgen. Dat gaat van meer kans op overgewicht en een arsenaal andere gezondheidsrisico’s tot veel minder energie en een aantasting van het algehele persoonlijk welbevinden. Voor de samenleving als geheel valt de balans ook zeer ongunstig uit. Denk aan meer ziekteverzuim, hogere zorgkosten en minder economische bedrijvigheid.”
“De Haagse politiek mist visie, lef en daadkracht. De korte termijn regeert, en ook de angst om burgers te betuttelen, terwijl er met preventie een wereld te winnen valt”
Hebben we dit in Nederland uit de hand laten lopen?
“Het korte antwoord is ja. Dit komt doordat er structureel te weinig aandacht is voor preventie. De overheid zit te veel op haar handen. De Haagse politiek mist visie, lef en daadkracht. De korte termijn regeert, en ook de angst om burgers te betuttelen,
terwijl er met preventie een wereld te winnen valt. Elke euro die je hier insteekt, verdien je dubbel en dwars terug op de zorgbegroting. De gezondheidswinst en maatschappelijke baten kunnen enorm zijn. Zonde dus dat we nog steeds het paard achter de wagen spannen. Met peperdure medische trajecten verlengen we soms het leven van een oudere een beetje, terwijl diezelfde persoon met een gezondere leefstijl een langer, vitaler en gelukkiger leven had kunnen hebben. En dat tegen een fractie van de kosten. Maar ja, het effect van medische ingrepen is vaak meteen te zien, waar het veel langer duurt voordat de gezondheidswinst zichtbaar is van kinderen die zijn gaan sporten.”
Preventie dus. Hoe valt het tij nog méér te keren?
“Ook de sportorganisaties – van clubs en koepels tot NOC*NSF – moeten aan de bak. Zij zouden een ‘Leven Lang Sporten’ centraal kunnen stellen en beter aan kunnen sluiten bij de wensen van (potentiële) sporters. Als een jongere stopt met een sport als judo, zou de club of bond moeten helpen bij het uitkijken naar een aanlokkelijke vervolgoptie zoals, zeg, Mixed martial arts.
Wat niet helpt, is de trend tot schaalvergroting onder sportclubs. Concreet leidt dit tot minder clubs in de directe nabijheid van veel jongeren. Zelfs een aantrekkelijke sport wordt minder aantrekkelijk als je er eerst een eind voor moet reizen. Zeker als je geen vervoer hebt of kunt betalen. En wéér zijn het dan de jongeren met de minste mogelijkheden die over de hoogste hordes heen moeten.
Verder zie je bijvoorbeeld fitnessclubs inspelen op allerlei lifestyle trends waar jongeren warm voor lopen. Goed bezig. Maar het leidt ook tot slapende leden; sommige fitnessclubs zetten zich dan te weinig in om die leden weer in beweging te krijgen. Dat kan beter: zoek de jongeren op en zet ze tot sporten aan. Een nieuwe sport als padel geeft het goede voorbeeld: het is laagdrempelig, je hoeft niet eerst een ingewikkelde uitgebreide techniektraining te volgen of fancy sportspullen aan te schaffen. Gewoon de baan op, spelen en lol hebben.”
Tot slot, een kijkje in de spiegel: wat kan er op sport- en beweeggebied beter in het onderwijs?
“Scholen moeten systematisch drie dingen gaan doen voor al hun leerlingen. Allereerst zorgen voor voldoende ontwikkeling van motorische vaardigheden. Ten tweede: leerlingen helpen om te ontdekken wat ze kunnen en leuk vinden op het vlak van sport en bewegen. In de derde plaats kunnen scholen, samen met clubs, bso’s (buitenschoolse opvang, red.) en buurtsportcoaches, hen naar de juiste plek toe leiden om die passende sport of activiteit gestructureerd te beoefenen.
In het project Sportief Groot Worden trekt de HAN samen met Topsport Gelderland op, precies om deze drieslag te bewerkstelligen. Om zo sport en bewegen dieper in te bedden in het onderwijs op de aangesloten scholen. Een initiatief dat wat mij betreft absoluut landelijk navolging verdient!”
Willem de Boer is sporteconoom en onderzoeker op het gebied van sport en economie bij het Sports & Economics Research Centre (SERC), onderdeel van HAN Sport en Bewegen.
Alle reacties (0)