(foto: Bojitha Wimalasiri op Unsplash.com)

Thuiswerken wordt het ‘nieuwe normaal’ maar vraagt wel tegennatuurlijk gedrag

“Ik vind mijn studenten nu wat lethargischer”

Het vele thuiswerken door corona is bedrijven goed bevallen: medewerkers presteren thuis minstens zo goed als op kantoor. Ook de oudere werknemers zijn erover te spreken: geen files meer. Hun jonge collega’s zijn minder juichend. Ook zij gaan structureel hybride werken. Psychosociale problemen kunnen dan ook structureel worden want thuiswerken vraagt ander, tegennatuurlijk gedrag.

Afgelopen najaar wordt haar paard, waar ze al vijftien jaar met veel liefde op rijdt, ook nog eens ziek. Die zorg komt voor Jasmijn Zandstra (gefingeerde naam, echte naam bekend bij de redactie) boven op het gevoel van eenzaamheid waar ze al enige tijd last van heeft. 
Nadat ze in 2018 is afgestudeerd aan de hogeschool is ze begin 2020 net een maand aan de slag bij een verzekeraar als de coronacrisis losbreekt. Sindsdien ziet ze haar collega’s vrijwel alleen via Teams. Haar vriend is voor zijn werk wel veel op pad, dus zijn de computer en haar smartphone overdag lange tijd haar beste vrienden. De meetings via Teams en Zoom kunnen haar gevoel van leegte niet vullen.

Meer sponzen
Of de laatste twee jaar van veel thuiswerken permanente schade heeft toegebracht aan de sociale ontwikkeling van jonge mensen, dat is afwachten. Maar dat het zeker voor deze groep een moeilijke tijd is geweest, staat vast voor Josephine Engels, lector Arbeid en Gezondheid aan de HAN: “Niet voor niets zijn er nu meer jonge mensen met psychosociale klachten dan ooit.” Dat die twee jaren impact hebben gehad op het sociale gedrag van jongeren, ziet ze om zich heen. “Als ik nu naar mijn studenten kijk, vind ik ze wat lethargischer, wat minder proactief dan voorheen. Het lijkt of ze wat voorzichtiger zijn, meer aan het ‘sponzen’, aan het opnemen van alle kennis en sociale informatie die ze binnenkrijgen bij persoonlijk contact en er niet meteen op reageren.”

Te korte periode voor blijvende schade
Of de vorming van die sociale identiteit blijvende schade heeft opgelopen, dat zullen we pas over vijf jaar weten, als we het huidige cohort studenten gaan vergelijken met eerdere generaties. In Nederland doet de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) dergelijke research, weet Engels, wiens lectoraat onderzoek doet om tot duurzame inzetbaarheid van werkenden te komen. “Ik denk dat het mee zal vallen. Twee jaar was te kort voor blijvende schade.”

Josephine Engels, lector Arbeid & Gezondheid bij de HAN (foto: HAN)
Josephine Engels, lector Arbeid & Gezondheid bij de HAN (foto: HAN)

Inbreng als last ervaren
Maar stel dat het tegenvalt en die psychosociale schade niet iets tijdelijks is? Welke invloed kan dat dan hebben op de prestaties van jonge mensen? “Als je sociale identiteit niet goed ontwikkeld is, kun je niet goed functioneren in teams. Als je nu twee jaar lang gewend bent geweest zelfstandig je werkstukken te maken en voor terugkoppeling alleen per email met je docent te sparren, dan zul je nu de inbreng van teamgenoten in eerste instantie vooral als een last ervaren. Dan zul je eerst moeten ondervinden dat teamgenoten andere competenties hebben dan jij. En dat je daarmee je eigen prestaties kunt verbeteren. Dat je samen tot creatievere oplossingen komt dan alleen. Dat heb ik zelf gemist de afgelopen twee jaar: het voor of na een Teams-meeting nog even met een of twee mensen bijpraten. Juist dat spontane gesprek bij de koffieautomaat leidt zo vaak tot nieuwe inzichten en ideeën.”

Bedrijven goed gepresteerd
Studenten hebben dus last gehad van het isolement en hun studie heeft er vaak onder geleden. Er zijn echter geen signalen dat organisaties en bedrijven minder gepresteerd hebben door het vele thuiswerken. Sterker nog, afgezien van de sectoren die door de lockdowns direct geraakt zijn, heeft de economie goed gefunctioneerd, is de observatie van Engels. 
Bij Essity in Gennep, een multinationaal producent van onder meer incontinentiemateriaal, is het thuiswerken om bedrijfseconomische redenen goed bevallen. “Pre-corona waren er managers die er niet voldoende vertrouwen in hadden dat medewerkers thuis hun uren wel zouden maken. Maar die zijn vervolgens blij verrast”, verhaalt HR-director Loek Ligthart.

Verschillen tussen jonge en oudere medewerkers
Het personeel is het thuiswerken ook goed bevallen, heeft Ligthart gemerkt in de vele individuele gesprekken die hij en leidinggevenden met medewerkers hebben gevoerd. “Wel zagen we verschillen tussen jonge medewerkers en de oudere. Jonge mensen zijn toch vaker nog wat zoekende naar de manier waarop ze hun werk het beste kunnen doen. Dan zijn informele, persoonlijke contacten belangrijk. De oudere werknemers ervoeren vooral dat ze minder in de files stonden. En zij hebben vaak thuis de ruimte en vonden daar werken relaxter.”
Ook elders stellen werknemers het thuiswerken over het algemeen op prijs, zo blijkt uit een medio februari gepubliceerde studie van TNO: acht op de tien wil ook post-corona (deels) thuis blijven werken. Omdat het meer vrijheid geeft en reistijd scheelt.

Vanaf nu hybride werken
Bij Essity kan het kantoorpersoneel vanaf nu hybride gaan werken: een deel van de week thuis, een deel op kantoor. Ook binnen de HAN krijgt het thuiswerken een structurele plek. Maar dat vergt wel dat werkgevers goed nadenken hoe ze zorgen dat dat werkplezier behouden blijft. “Teams-meetings”, aldus Engels, “zijn dan wel efficiënt, veel mensen ontlenen hun werkplezier juist aan die gezelligheid bij het koffieapparaat.” De nieuwe kantoorwerkplek zal dus juist ruimte moeten bieden voor die fysieke ontmoetingen met collega’s.
Ook bij Essity beseffen ze dat voor het borgen van de binding met elkaar en het bedrijf er ruimte moet zijn voor die persoonlijke contacten. Loek Ligthart: “We hebben borrels en een kerstfeest digitaal gehouden, maar dat werkt niet echt. Ook dat is een reden hybride te gaan werken en naar kantoor te kunnen voor die persoonlijke ontmoeting, om te sparren met collega’s en tot innovatieve ideeën te komen.”

Loek Ligthart (foto: MAX Photography)

Geen ervaring 
Als (deels) thuiswerken structureel wordt, kunnen dus ook die psychosociale problemen structureel worden. Maatregelen om isolement te voorkomen en medewerkers gemotiveerd en creatief te houden zijn dus nodig. Maar zullen die voldoende zijn?
Engels: “Of corona nu verdwijnt of niet, het thuiswerken zal onderdeel worden van het nieuwe normaal, dat ander — tegennatuurlijk — gedrag vraagt. Als mensheid hebben we daar geen ervaring mee. Welke impact dat heeft op de kwaliteit van leven en werken, kunnen we pas over een jaar of vijf zeggen. Het leven wordt voorwaarts geleefd maar achterwaarts begrepen.”

Terwijl het kabinet alle corona-maatregelen heeft geschrapt blijft Jasmijn Zandstra vooralsnog vooral thuiswerken. “We mogen nu één dag in de week naar kantoor komen. Nee, veel is dat niet”, verzucht ze.

Alle reacties (0)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *