
Helft stagiairs Verpleegkunde krijgt te maken met grensoverschrijdend gedrag
Studenten van de HAN voltijdopleiding Verpleegkunde voelen zich niet altijd veilig tijdens hun stage. Dat blijkt uit een enquête onder studenten over grensoverschrijdende situaties tijdens stage. Bijna de helft krijgt te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag.
“Zeg die vriend van jou…wordt die een beetje goed gepijpt met dat geile smoeltje van je?”
“Ik kreeg de vraag hoe vaak ik seks met mijn vriend had. Of ik ook andere dingen wilde verschonen. En of ik even wilde bukken.”
“Een patiënt vroeg tijdens een avonddienst in het ziekenhuis of ik bij hem in bed kwam liggen en seks wilde hebben met hem.”
Het zijn voorbeelden van opmerkingen die HAN-studenten Verpleegkunde kregen op hun stageplek. Sommigen werkten in het ziekenhuis, anderen in het verpleeghuis, de thuiszorg, de GGZ of GGD. De voorbeelden zijn legio en geen uitzondering, zo blijkt uit een enquête van de opleidingscommissie HBO-V voltijd. Die verdiepte zich in de vraag waar studenten op stage mee te maken kregen, nadat ze signalen kregen van grensoverschrijdende situaties op stage. De commissie schrok van het resultaat.
Misstanden op stage
In de zomer van 2021 vulden 152 studenten de enquête ’Misstanden op stage’ in. Bijna de helft (47 procent) van de studenten zegt weleens ongewenste seksueel getinte opmerkingen te krijgen. Een op de vier (24 procent) krijgt te maken met fysiek ongewenste aanraking. Ook maken studenten verbale agressie (49 procent), fysieke agressie (35 procent), pestgedrag (28 procent) of discriminatie (24 procent) mee.
Seksueel getinte opmerkingen
Zo krijgen stagiairs opmerkingen over hun lichaam en uiterlijk. Er wordt met hen geflirt, ze krijgen intieme vragen en suggestieve opmerkingen, horen seksueel getinte ‘grappen’ en worden om seksuele gunsten gevraagd. In veruit de meeste gevallen is het de patiënt (94 procent) die de opmerkingen maakt. Maar soms ook een naaste/familielid van de patiënt (10 procent), collega (14 procent) of zelfs stagebegeleider (7 procent).
“Mijn stagebegeleider bleef zeggen dat ik zo gespannen was en dat hij me een massage wilde geven. Ook bleef hij aandringen om bij hem te blijven slapen, omdat het reistijd zou schelen bij ‘laat-vroege’ diensten.”
“Een collega vroeg te veel privézaken en belde vaak. Ook maakte hij flirterige opmerkingen en sprak hij me met een koosnaampje aan.”
“Een mannelijke cliënt in de thuiszorg begon zichzelf te bevredigen toen ik de verzorging deed.”
Op de billen geslagen
Het blijft niet altijd bij opmerkingen. Een kwart van de stagiaires (24 procent) wordt weleens op de billen geslagen, bij de borsten gegrepen, gekust, de weg versperd of tegen hun wil stevig vastgepakt. Daarbij komen ze soms in lastige situaties terecht.
Een kwart van de studenten zegt onvoldoende zorg en ondersteuning te ontvangen na de ervaring van ongewenst seksueel gedrag. Zij missen enige vorm van steun en kunnen voor hun gevoel nergens terecht. Studenten ervaren soms een taboe om erover te praten. Ze schamen zich voor wat hen is overkomen en praten er soms met niemand over. Sommigen zijn bang dat ze, door over een ervaring te praten, de stage niet halen.
Agressie en pesten
Ook agressie komt geregeld voor op de stageplekken (49 procent): schelden, beledigingen, aanstaren, bedreigingen en dreigende taal. Vaak gebeurt dit door patiënten, maar ook is het regelmatig de familie en naasten, of zijn het collega’s. Soms gaat het om pestgedrag en discriminatie.
“Ik werd dagelijks vernederd. Ik was een dood paard; kon maar beter niet in de zorg gaan werken en stoppen met mijn opleiding. Volgens mijn collega’s had ik een irritant druk karakter wat volgens hen kwam door de antidepressiva die ik slikte. Ik was een persoon waar je maar beter niet mee kon samenwerken, want ik was ronduit beschamend.”
“Op mijn stage kreeg ik geen feedback. Ze negeerden mij letterlijk. Bij de tussenbeoordeling hoorde ik opeens dat iedereen achter mijn rug om had geklaagd. Ze twijfelden over mijn kennis en kunde. Ik moest verbeteren, anders zou ik mijn stage niet halen. Maar ik wist niet wat. Ik voelde me onveilig.”
Topje van de ijsberg
“De citaten hebben diepe indruk gemaakt op ons”, zegt voorzitter van de opleidingscommissie Lieze Heuvels. Een ander commissielid zegt: “We wisten dat het speelde, maar deze omvang hadden we niet verwacht.”
Grensoverschrijdend gedrag is niet alleen een issue bij Verpleegkunde, zegt Jorien Kooijman, Coördinator Vertrouwenspersonen. Ook bij andere opleidingen speelt dit. “Toch kregen we maar 17 meldingen in 2021.” Als je dit rapport leest, is dat het topje van de ijsberg, concludeert ze.
Weerbaarheidstraining
De opleiding heeft naar aanleiding van het rapport stappen gezet. De inhoud is besproken met de academiemanager, hoofddocenten, het team Buitenschools leren, studieloopbaanbegeleiders en vertrouwenspersonen. Ook is een weerbaarheidstraining gestart en wordt gekeken naar de rol van de contactdocent. De opleidingscommissie hoopt op aandacht en erkenning voor het verhaal en de ervaringen van deze studenten.
VERVOLG – Later deze week: het tweede verhaal in dit tweeluik, met een uitgebreide reactie van een vertrouwenspersoon.
Alle reacties (0)