Studenten doen onderzoek bij bedrijven naar vitaliteitsprogramma’s voor vakmensen
Praktisch geschoolde medewerkers maken nauwelijks gebruik van het aanbod
Wat maakt het zo ingewikkeld om medewerkers met een praktisch beroep te laten deelnemen aan een vitaliteitsprogramma van hun werkgever? En wat is er nodig om dat voor elkaar te krijgen? Met die vragen startten 10 studenten van de Academie Organisatie en Ontwikkeling een paar maanden geleden hun onderzoek binnen een learning community. Afgelopen donderdag presenteerden zij de resultaten.
Breder onderzoek naar vitaliteit
Voordat de studenten aan het woord komen, schetst docent onderzoeker Toegepaste Psychologie Marc Damen de context. Sinds enkele jaren doet hij, in het kader van zijn promotieonderzoek binnen het lectoraat HRM, onderzoek naar de deelname aan leefstijlprogramma’s onder praktisch geschoolde mensen in de transportsector, met het doel de vitaliteit van met name vrachtwagenchauffeurs te verbeteren. Toen ontstond het plan het onderzoek breder te trekken. Vandaag is er een afvaardiging van elk bedrijf aanwezig waar de 10 studenten -alleen of in een groepje- hun onderzoek deden: Nabuurs, NTP, en AS Watson. Ondernemingen van verschillende omvang en uit verschillende branches. Het ene bedrijf heeft al een uitgebreid aanbod gericht op vitaliteit in huis, bij de ander is het aanbod klein. De overeenkomst: de praktisch geschoolde medewerkers, in dit geval magazijn- en filiaalmedewerkers, chauffeurs en bouwplaatsmedewerkers, maken er nauwelijks gebruik van.
Gezondheidsverschillen
Waarom is de aandacht voor vitaliteit van mensen met een praktisch beroep zo belangrijk? Sarah Detaille, associate Lector HRM en verbonden aan het lectoraat Leren tijdens de Beroepsloopbaan, vertelt de aanwezigen beknopt over verschillende onderzoeken waaruit blijkt dat lager opgeleiden korter en in minder goede gezondheid leven. Praktisch geschoolde mensen hebben meer ernstige gezondheidsklachten. Ook blijkt dat gezondheidsverschillen eerder verklaard worden door leefstijl dan door arbeidsomstandigheden. Een vitaliteitsprogramma op basis van coaching kan de gezondheid verbeteren. Deze laatstgenoemde interventie blijkt vooral een positief effect te hebben op bevlogenheid, de verhouding met de leidinggevende en op de mentale gezondheid.
Kijken naar oplossingen
Terug naar de 10 studenten die in totaal 5 onderzoeken deden, verdeeld over de drie bedrijven. Per bedrijf vertellen ze over hun doelgroep, het onderzoeksproces, de resultaten en aanbevelingen. Hun uitgangspunten waren hetzelfde, zoals nauwe samenwerking met medewerkers van de bedrijven, aandacht voor de rol van de leidinggevende, werken met focusgroepen, interviews, brainstormsessies en een vragenlijst voor medewerkers. De onderzoeksfase is kort, de nadruk ligt op het kijken naar oplossingen.
Behoefte aan verbinding
Uit alle presentaties komt een gemene deler naar voren: de behoefte van medewerkers aan verbinding met het bedrijf, persoonlijk contact, aandacht en erkenning loopt als een rode draad door alle bevindingen heen. Denk aan vrachtwagenchauffeurs die de hele dag alleen werken, of internationale medewerkers die geen aansluiting vinden en hun auto opzoeken om te lunchen. Een student vertelt hoe belangrijk het is zicht te hebben op de onderstroom. Dan blijkt bijvoorbeeld dat de toon van de werkgever op de werkvloer anders wordt ervaren dan gedacht.
Duiding
Medewerkers geven soms aan dat ze niet weten dat de werkgever een vitaliteitsprogramma heeft, of ze weten er het fijne niet van. Soms staat het aanbod op de website, maar wordt er op de werkvloer geen computer gebruikt. Ook is duiding van het woord ‘vitaliteit’ verwarrend. De meesten denken daarbij alleen aan bewegen en gezond eten, en bijvoorbeeld niet aan ontspanning, slaap en hersteltijd. Wat het doel is van het vitaliteitsprogramma en wat je er persoonlijk aan kunt hebben, wordt niet altijd begrepen.
Maatwerk
Het aanbod van werkgevers stuit nogal eens op praktische problemen: de begin- en eindtijd van shifts sluit niet aan, of activiteiten zijn op een andere locatie. Ook zijn er medewerkers die overdag al veel bewegen of lange dagen maken. Er is behoefte aan aanbod op maat en duidelijkheid over vrijwillige versus verplichte deelname en of je het onder werktijd mag doen.
Vitaal leiderschap
Zoals Marc Damen aan het einde opmerkt: de presentaties en de aanbevelingen laten terugkerende thema’s zien. Zoals het belang van goede, gevarieerde communicatie en een persoonlijke benadering voor het werven. En, duidelijkheid over privacy en wat je met vertrouwelijke gegevens van medewerkers doet. Verder wordt bevestigd dat het belangrijk is te investeren in vitaal leiderschap: leidinggevenden moeten weten hoe zij met medewerkers het goede gesprek kunnen voeren. Luisteren, je verdiepen, ontdekken wat er nodig is, zodat je maatwerk kunt leveren. Een student: “Doe dingen die de verbinding met het bedrijf bevorderen: organiseer en feestje, betrek familie, maak de kantine gezellig, geef gratis fruit of korting op een fiets. Geef de geschiedenis van het bedrijf een zichtbare plek.”
Meelopen op de werkvloer
De meeste studenten adviseren de werkgevers een deskundige in huis te halen. Een professional met verstand van zaken, een leefstijlcoach. Daarnaast zijn er ambassadeurs nodig: mensen die het goede voorbeeld geven en anderen enthousiasmeren. Verder geeft een student de tip om een paar dagen mee te lopen op de werkvloer. “Dan hoor je de verhalen en gaan mensen je vertrouwen. En, geef de onderzoeksgroep terugkoppeling over de vorderingen. Dat wordt gewaardeerd. Tot slot: bedenk dat niet alle aanbevelingen in 1 jaar doorgevoerd hoeven te zijn.”
Lerend netwerk
De aanwezige werkgevers zeggen de presentaties herkenbaar te vinden. Voor elkaar krijgen dat medewerkers deelnemen is voor ieder bedrijf lastig en een uitdaging. “Je wilt het liefst dat medewerkers zelf de regie pakken, ook als het niet verplicht is”, zegt Marc Damen. Hij onderstreept het belang om hierover met elkaar in gesprek te blijven en hij pleit ervoor een lerend netwerk rond vitaliteit op te richten. Een netwerk met ruimte voor presentaties, onderzoek, en uitwisseling over succesfactoren en belemmeringen. En waar ook opleidingen en lectoraten bij betrokken worden die zich vanuit hun expertise bezighouden met vitaliteit.
In september start een nieuwe groep studenten met het vervolg van dit onderzoek bij andere bedrijven.
Aan dit onderzoek werken verder mee: Kocky van der Eerden van praktijkbureau Toegepaste Psychologie, Saskia Ponten, Praktijkbureaucoördinator AOO en Marjolein Peters, regisseur in de driehoek Toegepaste Psychologie.
Alle reacties (0)