Thuis is nu waar mijn vriendin is
De allereerste column die ik vier jaar geleden voor SAM schreef ging over thuis. Ik was net naar Nijmegen verhuisd vanuit het pietluttige Lochem. En ik had voor het eerst door dat niet de stad in de Achterhoek, maar de oudste stad van Nederland nu mijn thuis was – al gaf ik toe dat ik Lochem soms wel miste.
Ik schreef toen dat ik het liefst nooit meer weg zou gaan uit Nimma. Maar al die jaren later schrijf ik dit toch echt een goede 115 kilometer verderop. Ik had oprecht heel graag in de Waalstad willen blijven, maar de liefde en de arbeidsmarkt brachten mij elders. Nu sta ik al ruim anderhalve maand ingeschreven in de gemeente Lelystad.
Ergens heeft Lelystad wel iets weg van Lochem. Ook hier zijn de meeste winkels nog dicht op zondag. En de bus rijdt zo minimaal dat je minstens een uur moet wachten als je hem hebt gemist. Het telefonisch bereik houdt ook niet altijd over, al heb ik Bertus en Tinus nog niet Oerend Hard voorbij zien gaan.
Lelystad en ik wennen langzaamaan aan elkaar. Ik fiets inmiddels van en naar werk zonder Google Maps, ben lid geworden van de bieb en weet al welke viskraam de lekkerste kibbeling verkoopt. Nijmegen kruipt zo nu en dan nog weleens mijn gedachten in, maar ik heb hier al redelijk mijn draai gevonden.
Laatst vroeg ik me af wat het verschil was tussen mijn twee verhuizingen. Ik heb het namelijk een stuk minder moeilijk met mijn verhuizing naar Lelystad, dan van Lochem naar Nijmegen. Ik weet nog heel goed dat ik de eerste avond in Nijmegen met tranen in mijn ogen op de bank heb gezeten. Waarom vond ik het in godsnaam een goed idee om in mijn eentje in een onbekende stad te gaan wonen?
Toen ik laatst in bed lag en naast me keek naar mijn slapende vriendin, begreep ik het ineens. Thuis is inmiddels een persoon geworden en niet meer een fysieke plek. Dus het maakt in alle eerlijkheid niet meer uit waar ik woon, of het nu Nijmegen, Lochem of Lelystad is, zolang ik er maar woon met haar.
Het is een beetje raar om te antwoorden, “Bij mijn vriendin”, als iemand vraagt: “Waar kom je vandaan?”. Dus tegenwoordig zeg ik meestal: “Lochem”, omdat ik daar het langst heb gewoond en het stiekem nog wel aan me te horen is dat ik ben opgegroeid in de Achterhoek. Voor mij is een open deur nog steeds los en dat zal denk ik ook altijd wel zo blijven.
Al hoeft Nijmegen echt niet bang te zijn dat ik haar vergeet. Ze heeft voor altijd een plek in mijn hart en ik heb het erg graag over haar en de jaren dat ze thuis was. Ik ben benieuwd wat ik over vier jaar antwoord op “Waar kom je vandaan?”. Misschien ben ik dan al wel zo ingeburgerd dat het “Lelystad” geworden is. Of misschien wonen we dan totaal ergens anders.
Maar thuis ben ik sowieso.
Afgestudeerd HAN-student Billy Rouwenhorst schrijft elke drie weken een column voor SAM. De vorige bijdrage gaat over de Introductieweek bij de HAN.
Alle reacties (1)
Ellen
Leuk om te lezen! Ik ben 15 jaar geleden naar Nijmegen verhuisd, als men hier aan mij vraagt waar ik vandaan kom zeg ik altijd Twente. Als me hetzelfde wordt gevraagd als ik elders in het land ben, zeg ik wel vaak dat ik uit Nijmegen kom, of 'ik wóón in Nijmegen maar kòm uit Twente' (vooral als ik denk dat mijn accent de aanleiding van de vraag is). Want inderdaad, het accent en de losse deuren blijven, gelukkig!