Heerlie, zo’n cappu in de vroege ochtend

Het is eigenlijk veel te vroeg om op het station te zijn, al helemaal op een zaterdag. Maar goed, zo vaak ga ik niet naar mijn ouderlijk dorp, en al helemaal niet met de trein. Om wat van mijn slaap weg te spoelen, bestel ik een koffie bij de enige winkel die al open is. Niets beters dan wat cafeïne op de vroege ochtend.

De jongeman achter de toonbank ziet er nog minder uitgerust uit dan ik en als hij me mijn beker overhandigt zegt hij, “Hier is je cappu.”
“Ah heerlie,” zeg ik, “Dank je.”

Op het eerste gezicht is deze interactie niet heel gek, maar als ik later in de trein zit, besef ik ineens hoe cliché dit gesprek was voor mijn generatie. Ik had net zo goed ‘heerlijk’ kunnen zeggen en hij ‘cappuccino,’ maar we besloten het allebei lekker af te korten, alsof we aan het sms’en zijn en ons dit een berichtje had bespaard.

Ik merk sowieso dat er veel wordt afgekort in mijn omgeving. Als mijn partner en ik het bij het avondeten over onze dag hebben, vertelt zij over het gesprek dat ze met de “MT” had en dat ze de pgb’er nog was tegengekomen. Op mijn beurt vertel ik over de les die ik had met de leerlingen van de “ISK” en dat ik morgen even met een collega van de “ZBL” ga zitten. Ik betwijfel of zij weet wat mijn afkortingen betekenen, want ik snap weinig van die van haar.

Ik weet heel goed wat de “MT” doet. Maar waar het voor staat, al sla je me dood. Het gesprek zou ook niet heel veel langer worden als ik “internationale schakelklas” zou zeggen, maar misschien wel een stuk duidelijker. Toch blijf ik ze gebruiken. Ik blijf ze ook maar tegenkomen, die afkortingen, al zijn ze soms wat logischer en nog best wel nuttig.

“Feesttenten” voor het vervoegen van de Duitse werkwoorden, is een favorietje van me. En ik heb laatst zelfs nog Ding-flof-bibs gebruikt, al is dat meer een ezelsbruggetje. Maar dat maakt hem niet minder leuk, al is ie al sinds 2007 niet meer geldig. En we sms’en ook al even geen bondige clips meer.

Ergens weet ik heel goed dat er een heleboel mensen zijn die er een hekel aan hebben, al die afkortingen – of afko’s, zoals “mijn generatie” ze nog weleens noemt. En dat de Marieclairisatie van onze taal een grote schande is. Eerst vond ik het ook vreselijk, maar inmiddels zeg ik onironisch “kladiladi, het is weekend!”

Het leven is niet altijd even leuk. Ik zet de laatste tijd liever het journaal niet meer aan, omdat ik er alleen maar verdrietig van word. Maar als ik iemand hoor vragen om een “ibro” of praten over een “kwarrel”, dan krijg ik toch een binnenpretje, het zijn de kleine dingen die het doen. Als door dat soort dingen de dag een beetje lichter valt te maken, teken ik ervoor.
Heerlie.

Alle reacties (1)

Rik

Het is wel handig om te weten bij welke mensen je welke afkorting gebruikt; want bij ISK dacht ik gelijk aan een Infanterie Schietkamp. En ja, ik heb gediend.

likes Reageer

Reageren? Hou je dan wel aan de spelregels.

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *