
“Het laatste biertje in De Pub zal bitterzoet smaken”
Ingezonden brief van Nan Lont, voorzitter van AKKU
Het is een zonnige vrijdag rond vieren, borreltijd, als ik afspreek met Dylan Dubach van Pontifex. Ondanks deze toch gunstige omstandigheden voor een bruisende bijeenkomst van studenten en docenten in ‘De Pub’, de vermaarde pleisterplaats aan Kapittelweg 35, is er niemand. Vorige week is alles wat met horeca te maken heeft er namelijk al uitgehaald. Fusten, toasters, waterkokers, alles is weg. Slechts een gitaar ligt nog achter de toonbank naast de lege koelkasten. Wij zitten in een lege huls. Binnenkort moet hier een SPAR komen.
Als je het filmpje dat verscheen bij sambyhan bekijkt op Instagram, zou je denken dat iedereen laaiend enthousiast is over de komst van een ‘kleine supermarkt op de campus’. Klinkt gezellig. De studenten die worden ondervraagd, beamen het beeld van een welkome toevoeging aan hun leeromgeving. Het is “handig”, het brengt “variatie”.
Subtiel vergeet men te vermelden dat dit filmpje niet op locatie in Nijmegen is gemaakt, maar op de Arnhemse campus. Logisch dat iedereen enthousiast lijkt. Het verdwijnen van een ontmoetingsplek voor studenten en medewerkers wordt niet vermeld of gekend. Evenmin wordt de vraag over de nieuwe SPAR gesteld aan de mensen die zich verbonden voelen met De Pub.
Die mensen hoorden niet alleen van het plan om een SPAR te bouwen toen dat al beklonken was. De Pub zou ook blijven tot het einde van het jaar. Hen werd echter niet verteld dat de plaats zou blijven, maar er geen personeel of materiaal meer zou zijn voor de horeca-taken. “Er wordt een gat gegraven en beloofd om aan de andere kant weer uit te komen. Maar er is geen licht aan het einde van de tunnel.” Zo typeert Dubach de communicatie vanuit centraal.
De leden van de vereniging zitten met de handen in het haar. Hun activiteiten raken door het verdwijnen van De Pub in de verdrukking. En het is ren- en vliegwerk om een goede basis voor activiteiten volgend jaar veilig te stellen. “Het kan in ‘De Professor’, het café hier tegenover. Maar die wordt commerciëler uitgebaat en is hoogdrempeliger. Terwijl: dit is óns gebouwtje, óns thuis.” Ook verzucht hij: “Maar ja, wat doe je eraan”. Studenten zijn deze vorm van communicatie onderhand wel gewend, en een zeker fatalisme is ingekickt.
Zo gaat De Pub ten onder aan een wel heel schraal beeld van wat studenten en medewerkers nou precies zijn. Als je de gang van zaken rondom De Pub ziet, zou je denken dat zij slechts klanten zijn van het bedrijf HAN. Maar iedereen weet dat dat helemaal niet zo zit. Mensen zijn hier dag in, dag uit. Acht uur of meer per dag. Dan ben je niet zomaar een passant, dan ben je onderdeel van een gemeenschap. Hierom zou je verwachten dat je dan ook inspraak hebt op wat er gebeurt met jouw fysieke omgeving.
Er wordt daarentegen eerst met de SPAR gepraat en er worden contracten ondertekend. Daarna wordt er aan de mensen gedacht om wie het gaat. Voor deze SPAR verdwijnt tot overmaat van ramp ook nog eens een deel van het studiecentrum, omdat dat de plaats is voor een vervangende ‘huiskamer’ voor De Pub. Deze huiskamer is half zo groot als wat De Pub nu is. Maar goed, het is iets.
Dylan en ik trekken een halve liter bier open om ons gesprek te beklinken en de vergane glorie van De Pub te herinneren. Dan loopt er een medewerker naar binnen, hij staart ons aan. Ik begin bang te worden dat we gedoe aan onze broek krijgen om het biertje in onze hand. Dan zegt hij verbaasd: “Is het al dicht hier?” Hij heeft het bericht blijkbaar nog niet mogen vernemen.
“Exemplarisch” noemt hij dat voor de communicatie vanuit de HAN. “Maar ja, wat doe je eraan?” Ja, wat doe je eraan? Als activo binnen de vakbond weet ik dat het begint met problemen aankaarten. Er is misschien niks meer te doen aan het gebeuren rondom De Pub. Maar wel aan de manier waarop dit soort zaken in de toekomst worden afgehandeld. Ik roep dan ook op aan het management en het CvB van de HAN: leer van De Pub hoe het níet moet. Mensen moeten betrokken worden bij veranderingen die in hun omgeving plaatsvinden. Die gaan om de plaatsen waar zij een groot deel van hun leven doorbrengen. Deze gebouwen zijn van ons, studenten en medewerkers.
Op 6 juni vindt nog een laatste borrel plaats in De Pub, waar medewerkers en studenten nog één keer hun geliefde stamkroeg kunnen bezoeken en verhalen kunnen ophalen over de plaats die jaren trouw dienst deed als oog in de storm van het drukke studenten-, docenten- en bestuursleven. Ik nodig het CvB van harte uit om langs te komen. Misschien valt er nog iets te leren over wat het betekent om samen deze hogeschool te maken. Daar kunnen we dan een bitterzoet biertje drinken op wat hier voor altijd verdwijnt.
Nan Lont, voorzitter van studentenvakbond AKKU
Rechtstreeks naar Nan Lont reageren? Mail hem via voorzitter@akku.nu
Alle reacties (0)