Afscheidsinterview Bridget Kievits: “Mijn glas is altijd halfvol”
Gesprek met vertrekkend CvB-lid van de HAN
Pianospelen, Italiaans leren en het theater bezoeken: Bridget weet wat ze gaat doen met haar toekomstige vrije tijd. Voordat ze de deur van de HAN definitief dichttrekt, blikt ze samen met SAM terug: “Het was de allerleukste baan uit mijn carrière.”
Waarom gaat Bridget weg bij de HAN? Haar tweede, vierjarige termijn is nog niet afgelopen en tóch stopt ze. “Het was een hele moeilijke beslissing”, beaamt ze, als we ruim zes jaar na haar welkomsinterview opnieuw tegenover elkaar zitten.
“Ik heb het ontzettend naar mijn zin, dat is het niet. Toch spelen twee grote factoren een rol: de gezondheidsperikelen van mijn man en mijn overvolle agenda. Ineens besefte ik: het moet nú gebeuren, want het leven is kort. Ik wil vrijheid in mijn agenda, met mijn man zijn, leuke dingen ondernemen en, voor het eerst in lange tijd, helemaal niks doen.”
Je had een bewogen bestuursperiode: reorganisatie, academievorming, coronapandemie, datalek: hoe heb jij dit beleefd?
“Als bestuurder maak je sowieso veel mee, maar een pandemie? Je verzint het niet. Maar daar was-ie, nota bene direct na het onverwachte vertrek van Kees (Boele, voormalig CvB-voorzitter, red.), en met een nieuw directeurenteam dat amper tweeënhalve maand in dienst was. Daarna brak een onwerkelijke periode aan, vol pionieren, vallen, opstaan, meebewegen, volharden en vieren. Het was zeker niet makkelijk, maar gelukkig is het glas bij mij altijd halfvol. Ik richt me snel op wat goed gaat of hoe het beter kan.”
Laten we teruggaan naar 2018. Je begon op de HAN, nadat je bestuurder was bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Was de overgang groot?
“De AHK is opgedeeld in specifieke, kleine faculteiten als de Theaterschool, het Conservatorium en de Filmacademie. Wat ik lastig vond, is dat deze autonome faculteiten grotendeels hun eigen plan trekken. Dat zit ook in het besturingsmodel: een student komt naar het conservatorium, niet naar de AHK. En daarnaast zijn het kunstenaars, flamboyante types. Een bepaalde mate van eigenzinnigheid en eigenwijsheid is inherent aan de kunsten. Voor de sector is dat een kracht, voor het College van Bestuur was dat geregeld een uitdaging.”
“De ene dag zie je bij Engineering & Automotive slimme laadpalen, de volgende dag eet je meelwormen in de keuken van Food & Business”
“De HAN heeft veel meer vakgebieden in huis, maar wel geclusterd in academies met een overkoepelende visie. De overgang was dus groot, maar ontzettend leuk. Ik wilde juist een breder onderwijspalet meemaken. Dat je de ene dag bij Engineering & Automotive slimme laadpalen ziet en de volgende dag meelwormen eet in de keuken van Food & Business. Maar op beide plekken ervaar je wél hetzelfde HAN-gevoel. Bovendien zie je al deze ontwikkelingen letterlijk terug in het werkveld. Dat is bij de kunsten ook zo, maar daar sta je als bestuurder minder ‘met je poten in de klei’.”
Je start aan de HAN kwam in een gevoelige periode.
“Klopt, dat was heel dubbel. Kees had net noodgedwongen afscheid genomen van twee gewaardeerde medebestuurders. Diana de Jong overleed aan de gevolgen van kanker en Frank Stöteler moest stoppen wegens ziekte. Yvonne en ik kwamen kort daarna Kees versterken, die het uiteraard moeilijk had na zo veel verlies. Gelukkig hadden we onze eigen dynamiek en konden de visie doorzetten. De HAN zat midden in de realisatie van HAN2020. We gingen van vier faculteiten naar veertien academies, bepaald geen kleine klus.”
Anderhalf jaar later kwam het plotselinge vertrek van Kees. Had dit veel invloed op de koers?
“Zijn vertrek was onverwacht, al begrepen Yvonne en ik zijn besluit om terug te keren naar het christelijk onderwijs goed. In die zin was het geen verrassing, maar de timing was een schok. De aangevangen koers kwam door zijn vertrek niet per se in het geding, al bracht het praktische vraagstukken met zich mee. Uiteraard was het ook jammer om afscheid te nemen van hem als collega.”
“Wat veel meer van invloed was op de aangevangen koers dan Kees’ vertrek, was Covid. Tijdens het afscheidsfeest van Kees verliet Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen, de zaal met de mededeling dat hij een crisisberaad had over corona. Twee dagen later ging het land op slot. Toen stonden we voor een veel grotere uitdaging.”
Hoe kijk jij terug op die eerste coronaperiode?
“Allereerst is het natuurlijk schrikken. Er was veel onzekerheid en angst. Mensen maakten zich zorgen over naasten, zichzelf en hoe de pandemie zou verlopen. We spraken over ‘het nieuwe normaal’. Nu weten we hoe het is verlopen, maar dat was toen moeilijk inschatten.”
“Voor de HAN betekende de pandemie: regels van de overheid opvolgen, helder communiceren, overschakelen naar online onderwijs en verbinding houden. Dat verliep niet vlekkeloos. We stonden continu voor nieuwe, onvoorstelbare vraagstukken en situaties.”
“Toch overheerst bij mij het gevoel dat we er met z’n allen de schouders onder hebben gezet. Binnen een week zaten we op Teams, dankzij ICT, en maakten er het beste van. Het Crisis Management Team (CMT), onder leiding van Yvonne, heeft ongelooflijk goed werk verzet. Een paar maanden later voegde Rob (Verhofstad, huidige CvB-voorzitter, red.) zich bij ons. Dat was een gekke periode: we maakten kennis op afstand, overlegden op Teams. Gelukkig was de klik meteen goed. We zijn nu al vier jaar soepel op elkaar ingespeeld.”
Ben jij zelf anders gaan werken tijdens en na de pandemie?
“Yvonne en ik spraken in die eerste week af dat we allebei één dag per week fysiek op de HAN zouden werken. Zo steunden we niet alleen de HAN’ers die vanwege hun functie op locatie bleven werken , maar hielden we tevens verbinding met de HAN en elkaar.”
“Ik had al een blog op SAM, Bridget Blogt, waarin ik deelde hoe ik mijn werk beleefde, met persoonlijke noten. Ik vond dat enorm leuk om te doen. Het dwong me om met andere ogen naar mijn werk te kijken. In de coronaperiode heb ik veel kunnen delen over wat mij bezighield en hoe ik de dingen beleefde. Daarnaast ben ik gaan vloggen op han.nl om zichtbaar te blijven. Het waren manieren om de HAN-gemeenschap deelgenoot te maken van ontwikkelingen en herkenbare situaties.”
“Privé ben ik veel gaan wandelen. Vooral ’s ochtends vroeg, voordat ik achter mijn computer schoof. Ik nam bewuster pauze, nadat ik merkte dat ik uren achtereen op mijn scherm werkte. Het was heerlijk toen we weer naar de HAN konden. De keerzijde? Het wandelen schoot erbij in, de agenda stroomde weer vol en er was amper ruimte voor ‘even niks’.”
“Ik merkte dat ook bij veel collega’s: het zoeken naar een nieuwe balans tussen thuiswerken en op locatie zijn. Toch is het belangrijk voor een organisatie om elkaar écht te ontmoeten. Voor de binding en betrokkenheid en het signaleren van ontwikkelingen. Gelukkig heeft hybride werken z’n vorm inmiddels aardig gevonden.”
“Iedere generatie jongeren heeft universele en actuele worstelingen, dat is niet nieuw”
Een grote groep studenten had het moeilijk tijdens de pandemie. Dit bovenop het al zorgwekkend aantal jongeren dat kampt met mentale klachten.
“Eenzaamheid, somberheid, angst, onzekerheid, je plek vinden in de wereld: het zijn thema’s die sowieso vaak spelen bij jongeren. Tijdens de coronaperiode helemaal. In jullie podcast, Die ene student en ik, praat ik over het mentale welzijn van studenten en hoe het me raakt en bezighoudt.”
“Ik praat hier geregeld over met studenten, bijvoorbeeld via de Medezeggenschapsraad, studieverenigingen en projectgroepen. Waar ik wel voor waak, is dat we hen niet te veel in een bepaald frame zetten. Iedere generatie jongeren heeft universele en actuele worstelingen, dat is niet nieuw.”
Bedoel je dat Generatie Z wordt neergezet als teer en gedoemd?
“Noem me een optimist, maar ik wil de huidige jongeren niet behandelen alsof werkelijk alles uitzichtloos is en ze geen ruggengraat hebben. Ik zie hen vooral als veerkrachtig, creatief, inclusief en strijdlustig. Een hoop jongeren maken veel taboes bespreekbaar over bijvoorbeeld geaardheid, psychisch welzijn en politiek. Bovendien helpen ze elkaar op talloze manieren. Kijk maar naar het ‘HAN Buddy project‘ en de podcast ‘Let’s Talk About Mental Health’ van HAN-studenten.”
“Ik bagatelliseer de uitdagingen waar jongeren voor staan niet, zoals prestatiedruk, weinig perspectief op de woon- en arbeidsmarkt en zorgen over klimaatverandering en oorlogen. Dat is niet mals. Maar ik focus me liever op hoe we de kracht van deze jongeren aanboren en hen aanmoedigen om zich niet alleen te ontplooien tot professional, maar ook tot (zelf)reflectieve, kritische wereldburger. Die zichzelf niet vergelijkt met anderen, durft te falen, successen viert en vertrouwt op zichzelf en het vinden van een plek in deze wereld.”
Wie zijn onmisbaar op de HAN?
(lachend): “Iedereen, natuurlijk! In de eerste plaats de studenten. Daar doen we het voor. Zonder hen geen hogeschool. Daarnaast de docenten en studieloopbaanbegeleiders. Zij signaleren, bieden ondersteuning, sturen bij en houden de vinger aan de pols: hoe gaat het met onze studenten? Wat hebben ze nodig? In het klaslokaal vormen zij de eerste linie.”
Verder staat of valt veel bij het middenkader. De hoofden, managers en leidinggevenden zijn de scharnierpunten. Als zij stroef gaan of de visie niet kunnen overbrengen, lukt het niet om de hele organisatie mee te krijgen.”
“Ook hier geldt: er gaan soms dingen mis. Dat kan aan veel factoren liggen: werkdruk, spanningen, miscommunicatie. Als College van Bestuur houd je scherp in de gaten hoe de lijnen lopen, maar je kunt niet alles tot in detail bijhouden. Daar hebben we de directeuren, oftewel het HAN-beraad, bij nodig. Maar bijvoorbeeld ook de Medezeggenschapsraad. Het is noodzakelijk dat we elkaar durven aanspreken, dingen aankaarten en een gezamenlijk doel voor ogen hebben.”
Er wordt jullie als CvB weleens verweten dat jullie de verantwoordelijkheid te veel bij de academies leggen. Snap jij dit verwijt?
“Gedacht vanuit de traditionele organisatiestructuur is het begrijpelijk: wij zijn het CvB, dus bepalen de visie en koers. Daarmee ligt de eindverantwoordelijkheid bij ons. Maar wij kunnen dit niet alleen. We doen het samen met de academiedirecteuren, die de afgesproken visie en koers realiseren met hun teams. Daar zit een bepaalde mate van eigen invulling in.”
“Uiteraard houdt het CvB de communicatielijnen met de academies kort, maar we kunnen niet overal op microniveau aanwezig zijn. Ik vind het opvallend dat er op de HAN zo veel gekeken wordt naar het CvB. Juist omdat ik op het AHK gewend was op afstand te staan als overkoepelend bestuurder. De waarheid ligt zoals altijd in het midden: het bestuur van een organisatie is belangrijk, maar het management ook. Die hebben de taak, de verantwoordelijkheid, om de koers vakkundig, naar geweten en volgens afspraak uit te voeren.”
“Stevige discussies horen erbij en zorgen ervoor dat je betere besluiten neemt, daar ben ik van overtuigd”
Wat vond jij de grootste uitdaging als bestuurder?
“De kunst is om beslissingen te durven nemen en de reacties en gevolgen te (ver)dragen. Iedere reorganisatie brengt onrust met zich mee. Een nieuw instellingsplan krijgt zowel lof als kritiek. Je reactie als bestuur op bijvoorbeeld een pandemie of datalek wordt onder de loep genomen. Je weet dat je niet iedereen tevreden kunt stellen, of houden. Dat je niet alles kunt voorkomen. Dat je soms verkeerde inschattingen maakt en moet bijsturen. We hebben als CvB, toen en nu, altijd getracht helder en open te communiceren.”
“Dat houdt in dat je als College van Bestuur je beslissingen onderbouwt en met overtuiging overbrengt aan de organisatie. Maar dat gebeurt éérst onderling. Rob, Yvonne en ik zijn het echt niet altijd eens. Bij spannende, strategische onderwerpen hoort het erbij dat je elkaars nieren behoorlijk proeft. Stevige discussies horen erbij en zorgen ervoor dat je betere besluiten neemt, daar ben ik van overtuigd. Openstaan voor elkaars argumenten mag op het scherpst van de snede. Je eigen overwegingen toetsen ook. Uiteindelijk hak je gezamenlijk knopen door. Omdat er een grondig proces aan vooraf ging, kun je de besluiten kraakhelder uitleggen.”
Wat is de grootste ‘les’ die je hebt geleerd in je tijd bij de HAN?
Dat je als bestuurder niet elk conflict hoeft aan te gaan. Zoals ik in mijn welkomsinterview deelde, ben ik hard op de inhoud maar zacht op de relatie. Ik denk dat ik in zes jaar tijd wel selectiever ben geworden over wáár ik op inga, en hóe hard.”
“Bij mijn allereerste baan had ik een leidinggevende die heel rechtlijnig en hard was. Ik zag haar als voorbeeld: niet te slap zijn en op je strepen staan. Inmiddels weet ik: dat hoeft niet. Choose your battles. Er zijn er genoeg die je volle aandacht nodig hebben, dus laat er een paar schieten. Durf het te laten rusten, om er later op terug te komen. Of besef: dit is niet aan mij, dit ligt bij iemand anders.”
Als je kijkt naar de HAN, waar ben je dan het meest trots op?
“Op alle veertien academies, die in vijf jaar tijd hun groef hebben gevonden. En natuurlijk op het koersbeeld 2022-2028: een slimme, schone en sociale HAN. Waarin duurzaamheid, burgerschap, digitale vaardigheid en flexibel onderwijs centraal staan. Wat ik zo kenmerkend vind aan de HAN is de ongelooflijke toewijding en inzet, in alle lagen van de organisatie. Er heerst een sterke gedrevenheid en een groot gemeenschapsgevoel.”
“Studenten worden met enorme betrokkenheid en vakkundigheid opgeleid en begeleid. Maar je ziet het vooral aan de studenten zelf. De belangrijke rol die wij in de regio vervullen, is niet alleen te danken aan ons als hogeschool, maar juist aan de gedreven studenten die er stagelopen, afstuderen en werken. Zij zijn het ‘bewijs’ dat we hier met z’n allen hard werken aan goed onderwijs, vakkennis, maatschappelijk bewustzijn en burgerschap.”
Wat ga je het meest missen?
“Het HAN-gevoel, zoals ik eerder beschreef. Die voel je in elk gebouw, op iedere opleiding. Wat ons verbindt is dat we ‘HAN’ers’ zijn. Ik ga het tevens missen om omringd te zijn door jonge mensen in een belangrijke, vormende fase van hun leven. Het onderwijs is een bruisend stuk samenleving, vol creativiteit, innovatie, anticipatie en belofte.”
“Wat ik ook enorm zal missen is de samenwerking met Rob en Yvonne. We werken met veel plezier, vertrouwen en humor samen. Onze verschillende karakters vormen onze kracht: we vullen elkaar ontzettend goed aan. Het was dan ook emotioneel om ze te vertellen dat ik ga stoppen. Toch begrijpen en respecteren ze mijn keuze, want ze kennen mijn overwegingen. Ze steunen me dan ook volledig in mijn besluit.”
“Als ik alles bij elkaar optel, kan ik stellen dat dit de allerleukste baan was uit mijn carrière. Ik heb genoten van mijn voorgaande banen in de kunstsector en het kunstonderwijs, maar hier bij de HAN kwam heel veel samen.”
Wat ga je nu doen, met al je vrije tijd?
“Eerst helemaal niks. Genieten dat mijn agenda leeg is. Natuurlijk ga ik veel tijd doorbrengen met mijn man. Maar ik ga er zeker ook op uit. Naar het theater, de film, uit eten, wandelen.”
Ben je niet bang voor het bekende ‘zwarte gat’?
“Totaal niet. Ik zing nog altijd in een vocaal ensemble, waar ik erg van geniet. Ik wil Italiaans leren. Shakespeare lezen. Vrijwilligerswerk doen. En ik wil piano leren spelen, al heel lang. Ik heb het afgelopen jaar, door de dood van een dierbare vriendin, weer gezien hoe kwetsbaar het leven is. Het is kort en het is prachtig. Daar wil ik ten volle van genieten.”
Alle reacties (1)
vincent kuin
Dag Bridget, ik kwam je interview tegen. Dat deed mij wat in meerdere opzichten. Ik wens jou rust toe, genieten van wat het leven je nog kan bieden met jouw levenspartner. Hartelijke en ook muzikale groet. 06 208 73 820