Rob Verhofstad: “Het is flinke tegenwind, maar we komen er doorheen”

CvB-voorzitter over onderwijsbezuinigingen en het belang van denkkracht

Hij loopt al heel wat jaren mee in het onderwijs, maar een bezuiniging als deze is ook voor HAN-bestuursvoorzitter Rob Verhofstad ongekend. “Gelukkig begrijpt iedereen de urgentie voor de genomen maatregelen, hoe pijnlijk soms ook.

De eerder voorgenomen bezuiniging van 1 miljard euro op het hoger onderwijs is deels ingetrokken. Maar wat resteert, zorgt samen met het teruglopende aantal studenten en het verdwijnen van de NPO- gelden voor stevige maatregelen om de bezuiniging op te vangen. Toch is er geen reden voor paniek, communiceerde het CvB eerder aan alle medewerkers van de HAN.

Om maar met de deur in huis te vallen: Hoe staan we ervoor?
Verhofstad: “De tegenwind is een goede metafoor. Een omvangrijke bezuiniging als deze is niet niks, dit heb ik in al die jaren niet eerder meegemaakt. De wandelganggeluiden die ik eerder hoorde, dat het net als bij andere bezuinigingsrondes niet zo’n vaart zou lopen, hoor ik niet meer. Iedereen is doordrongen van de ernst van de situatie.  We weten inmiddels preciezer dan een aantal maanden geleden hoe hoog de studentenaantallen zijn en hoe de ramingen uitpakken die het Ministerie van Onderwijs hanteert.”    

De Vereniging Hogescholen heeft zich hardgemaakt tegen de bezuinigingen. Wordt er ook nu nog samen opgetrokken?  
“Zeker. We zijn allereerst heel erg blij dat de langstudeerboete van tafel is. Maar er blijft een flinke bezuiniging over, waarvan we nog niet precies weten hoe die gaat uitpakken. Bijvoorbeeld ten aanzien van het aantal internationale studenten. Maar ook de bezuiniging op onderzoek gaat deels het hbo raken. We hadden juist met de vorige minister van Onderwijs Dijkgraaf afgesproken dat we als sector 100 miljoen extra zouden krijgen voor praktijkgericht onderzoek. Ook dat wordt nu voor een belangrijk deel tenietgedaan.
Er ligt nu wel een onderwijsbegroting, maar de uitwerking ontbreekt nog. Dus we moeten wachten op de presentatie van de plannen, voordat we als VH in gesprek kunnen gaan met het ministerie.”


“Ik begrijp heel goed dat onvrijwillig vertrek pijn kan doen”

De personele kosten nemen de grootste hap uit de begroting. De HAN verlengt tijdelijke contracten niet, en verzuim en natuurlijk verloop worden niet vervangen.
“De omvang van personele kosten is gebaseerd op studentenaantallen. Als die aantallen tegenvallen, moet je daarop meebewegen, dat is geen hogere rekenkunde. De laatste jaren is er een groep medewerkers bijgekomen die belast is met tijdelijke taken, betaald met tijdelijke middelen. Zij zijn de zogenoemde flexibele schil, waardoor je kunt meebewegen met de studentenaantallen. Ik begrijp heel goed dat hier en daar gedacht werd dat er na een tijdelijk contract wel een verlenging of vaste aanstelling zou volgen. In het verleden is dat inderdaad vaak zo gegaan. Maar toen kregen we het niet zo flink voor de kiezen als nu. Neemt niet weg dat ik heel goed begrijp dat een onvrijwillig vertrek pijn kan doen.”

“Werkdruk mag in een periode van bezuiniging geen automatisme zijn”

Als de flexibele schil kleiner wordt, vergroot dat de werkdruk voor de vaste groep medewerkers, met alle risico’s van dien. Hoe gaan we dat opvangen? 
“Werkdruk is al langere tijd een aandachtspunt en mag zeker in een periode van bezuinigingen geen automatisme zijn. Daarop inzoomend: om de nadelige gevolgen van de coronaperiode op te vangen, hebben we NPO-gelden gekregen (Nationaal Programma Onderwijs, red.). Bedoeld voor extra taken, waarvoor we tijdelijk mensen hebben aangenomen. Wanneer deze mensen vertrekken omdat de middelen stoppen, is dat geheel volgens verwachting. Blijven we deze taken toch doen, dan krijgen we óf een financieel probleem óf we organiseren een enorme werkdruk.

Afscheid nemen van mensen en van taken is dan een logisch gevolg. Dat is soms lastig, want er zijn vaak heel mooie dingen gebeurd met dat geld. Maar niemand is gebaat bij een te hoge werkdruk. Het laatste medewerkersonderzoek laat zien dat de werkdruk iets gedaald is, die lijn houden we graag vast.”

Lopen we niet het risico dat we nu te veel mensen laten gaan?
“Over de vraag waar we kosten kunnen reduceren en waar we extra baten kunnen genereren, hebben we goed nagedacht. Je baseert je daarbij op aannames, je weet nooit exact hoe het loopt. Als het anders blijkt uit te pakken, bijvoorbeeld door meevallende studentenaantallen, dan moeten we flexibel zijn. Heel mooi is dat ons Koersbeeld (het plan waarin de ambities van de HAN verwoord staan, red.) nog steeds zeer passend en richtinggevend is. Dat gaat ons helpen door deze periode heen te komen. Flexibiliseren, een leven lang ontwikkelen, duurzame verbindingen met onze omgeving, het zijn uitgangspunten die richting geven.

Als het lukt ook nog gestalte te geven aan nieuwe onderwijsvormen en nieuwe doelgroepen, dan worden we echt die hogeschool die we in de toekomst willen zijn. De basis is goed. We zijn financieel gezond en hebben een mooie koers.”  

Hoe is het CvB betrokken bij de gevolgen voor de academies?

“We weten per academie wat de vooruitzichten zijn als het gaat om studentenaantallen. De academies moeten daarop meebewegen. De ene academie merkt nog niet zoveel van teruglopende studentenaantallen, terwijl de andere heel voortvarend bezig is te bedenken hoe zij meer baten kunnen realiseren. Er zijn onderling echt grote verschillen. Maar iedereen is ervan doordrongen dat er bezuinigd moet worden.

Het meebewegen met de ontwikkelingen is op zichzelf niet bijzonder. Wel bijzonder is dat na jaren van groei, extra middelen en extra taken, we nu in een periode zitten waarin we moeten meebewegen met neergaande lijnen studentenaantallen. Natuurlijk volgen we als CvB de academies in de afwegingen en plannen die ze maken en ondersteunen we waar nodig. We hebben het met elkaar te doen en zijn solidair.”

“Stel dat we met elkaar tien procent minder vergaderen, daar worden we niet slechter van”

In een mail aan medewerkers schreef het CvB dat we wellicht sommige dingen niet meer doen. Een voorbeeld?
“We zijn een sterke hogeschool, we geven ongelooflijk goed onderwijs, er wordt goed onderzoek gedaan en onze positie in de regio is sterk. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat zo blijft. De vraag is wat cruciaal is om deze positie te behouden. Stel dat we met elkaar tien procent minder vergaderen, daar worden we niet slechter van. Een ander voorbeeld: moeten we alle minoren en specialismen in de lucht houden of kun je met iets minder ook prima onderwijs organiseren? Het gaat om zaken die we minder of niet meer doen, zonder dat de kwaliteit van het onderwijs in het geding komt.”

Zie je nu al resultaat van de maatregelen die getroffen zijn
?
“De klus is niet klaar, dagelijks wordt hieraan gewerkt. Ik ben ervan onder de indruk dat de organisatie de urgentie begrijpt en dat we er allemaal naar handelen. Je ziet de verandering: het bewuster inzetten van medewerkers en middelen. Personeelskosten zijn een grote kostenpost voor een hogeschool, dat is evident. Maar we kijken ook hoe we kunnen bezuinigen op materiële zaken. Een voorbeeld zijn de catering en lunches. Alleen al op dat gebied zien we indrukwekkende wendingen. De bereidwilligheid bij collega’s om daar een bijdrage aan te leveren is groot.

Het gebruik van gebouwen en de bezetting van lokalen ligt ook onder de loep. Anders inroosteren en beter en slimmer organiseren, levert geld op zonder dat het onderwijs of onderzoek daar slechter van wordt. Of dat kan betekenen dat we gebouwen afstoten? Wellicht. Huisvesting maakt momenteel concrete plannen.”

“Ga bij jezelf na wat jij zou kunnen bijdragen om ervoor te zorgen dat er minder studenten uitvallen”

Wat wil je medewerkers van de HAN meegeven?
“Laten we onze denkkracht benutten. Wat ik al zie gebeuren en waarvoor ik iedereen zou willen oproepen: ga bij jezelf na wat jij zou kunnen bijdragen om ervoor te zorgen dat er minder studenten uitvallen. Of hoe we slimmer kunnen werken, hoe we kosten kunnen besparen, hoe we extra baten kunnen genereren. Als we zoveel denkkracht kunnen mobiliseren, dan is dat gigantisch mooi. Het gaat goede ideeën opleveren, maar het zorgt er ook voor dat we het met elkaar doen en het proces beter verloopt.”  

Wat vraagt deze periode van jou als bestuurder?

“We willen goed door deze periode heen komen. Zonder dat dat leidt tot kaalslag of onzorgvuldigheid. Als bestuurder wil je met een menselijke maat de goede dingen doen. Om uit te komen in een situatie dat je als hogeschool toekomstbestendig bent, passend in de regio en bij de vraagstukken die op dat moment leven. De financiën moeten ons niet afleiden van de grote beweging die we aan het maken zijn: het doorontwikkelen van onze hogeschool.
De HAN heeft een stevige positie en voert verstandig financieel beleid. Samen komen we hier doorheen. Daar ben ik van overtuigd.”

Alle reacties (0)

Reageren? Hou je dan wel aan de spelregels.

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *