Medezeggenschap in gevaar? “Te weinig tijd en zichtbaarheid”

De Medezeggenschapsverkiezingen komen eraan: veel van de 16 medezeggenschapsraden van de HAN zoeken nieuwe mensen. Het is dé kans voor medewerkers en studenten om invloed uit te oefenen op het beleid van hun academie. Toch lijkt die wens nauwelijks te leven. Hoe komt dat?

Ze zijn de ‘voelsprieten’ van bestuurders en zitten in de haarvaten van de academische wandelgangen. Ze zorgen voor inspraak, voor een kritische blik én voor tegengeluid. Leden van de medezeggenschapsraden zijn in één woord onmisbaar, zegt MR-voorzitter Tamara Kramer. Toch lijkt een positie in de medezeggenschap niet meer populair.

Met nieuwe verkiezingen op komst en de zoektocht naar nieuwe leden, wordt weer duidelijk hoe weinig medezeggenschap leeft onder medewerkers en studenten. Voor slechts 5 van de 16 medezeggenschapsraden zijn er verkiezingen: voor de andere raden zijn precies genoeg kandidaten óf blijven stoelen leeg. Hoe kan dit?

“Soms denkt men dat ons werk een wassen neus is, al is het waar dat je een lange adem moet hebben om echt invloed uit te oefenen”

Gebrek aan interesse
Medezeggenschapsraden zorgen dat medewerkers en studenten invloed kunnen uitoefenen op het beleid van een organisatie. Een MR kan zich bijvoorbeeld uitspreken over wijzigingen in het personeelsbeleid of nieuwe regels voor studenten. Een raad kan gevraagd en ongevraagd advies geven. Sommige plannen kan de medezeggenschap zelfs tegenhouden.
Het gebrek aan interesse voor medezeggenschap komt mogelijk door de ingewikkelde constructie binnen de HAN, zegt Kramer: “Sinds de reorganisatie zijn er maar liefst 16 medezeggenschapsraden: de centrale Medezeggenschapsraad, met daarnaast 14 academieraden en 1 deelraad Centrale Staf en Services.” Die vele verschillende raden maken inspraak ingewikkeld, zegt zij. Ook haar collega, MR-lid Jop Geven, vindt de structuur verwarrend: “Er heerst nu soms onduidelijkheid over wie waarover mag meepraten, en wanneer niet.” Daarnaast ontbreekt het volgens hem weleens aan vertrouwen. “Soms denkt men dat ons werk een wassen neus is, al is het waar dat je een lange adem moet hebben om echt invloed uit te oefenen.”

Tamara Kramer: “Het moet iets toevoegen aan je werk. Het moet je bijzondere of mooie ervaringen brengen. Dan willen mensen wel.

Te weinig uren
Maar de duidelijkste reden volgens Kramer is het aantal uren dat iemand krijgt voor zijn werk in de medezeggenschap. Zo krijgen deelraadsleden soms maar twee uur per week. “In die tijd moet je je inlezen in moeilijke onderwerpen en begrijpen wat er speelt. Dit tegenover een bestuurder die vaak fulltime werkt.” De hoge werkdruk waar veel personeelsleden al mee te maken hebben, maakt dat men snel afhaakt, denkt Kramer. “Raadslid zijn is weer een taakje erbij.”

Zichtbaarheid
“Onzichtbaar maakt onbemind”, voegt Tanja Ledoux, voorzitter van de Deelraad Centrale Staf en Services, eraan toe. “Veel mensen weten niet wat wij doen.” Voor zichtbaarheid heb je ‘reclame’ nodig: medewerkers en studenten moeten geïnformeerd worden. Ledoux zou graag zien dat de zeggenschap dit meer faciliteert. “Tegengeluid moet georganiseerd zijn in de instelling. Wij pakken onze adviesrol absoluut. Maar er is daarnaast weinig tijd om ook nog de boer op te gaan.”

“Medezeggenschap is een formele rol en vastgelegd in de wet. Dus dat verdwijnt niet zomaar”

Nieuwsbrief en spreekuren
Ledoux zou het liefst willen dat studenten en medewerkers regelmatig een mail in hun mailbox krijgen met nieuws. “Dan weten ze wat de medezeggenschap doet.” Ze zou willen dat er spreekuren waren, dat de ‘achterban’ zich direct kon uitspreken. “Maar die tijd is er helemaal niet.” Een gemiste kans, vinden de raadsleden. 
Geven vindt ook dat het bestuur gebaat is bij meer zichtbaarheid van de medezeggenschap. “Wij zijn nodig. Het is in hun belang.” Kramer: “Een bestuurder moet zelf tegengeluid organiseren. Dat is niet anders dan bij een beursgenoteerd bedrijf met toezichthouders of aandeelhouders. Dat hoort erbij.” Daarnaast moet een functie in de medezeggenschap aantrekkelijker worden, zegt ze. “Je moet ervan kunnen leren, het moet iets toevoegen aan je werk. Het moet je bijzondere of mooie ervaringen brengen. Dan willen mensen wel.”

In gevaar
Of de medezeggenschap daadwerkelijk in gevaar is, valt te bezien. Kramer denkt van wel, tenzij er meer waardering, tijd en geld voor komt. Ook Geven is bang dat de trend van weinig animo zich doorzet. Maar Tanja Ledoux zegt: “Medezeggenschap is een formele rol en vastgelegd in de wet. Dus dat verdwijnt niet zomaar.”
Henk Stomphorst, directeur Services, ziet ook de teruggelopen animo. Zijn collega’s vanuit Services organiseren de verkiezingen. “Alle zetels vol krijgen is inderdaad niet overal gelukt helaas.” Dat kan komen doordat er nu minder speelt. “Bij grote veranderingen zie je vaak dat meer mensen willen meebeslissen.”

Minder leden, hogere werkdruk
Stomphorst is het ermee eens dat de zeggenschap het tegengeluid van de medezeggenschap moet faciliteren. “Dat gebeurt ook wel, maar blijkbaar nog niet voldoende.” De zichtbaarheid vindt hij vooral ook een zaak van raadsleden zelf. “Zij moeten zichzelf manifesteren, hun ambitie tonen.”
Het soms kleine aantal uren kan volgens hem zeker een probleem worden wanneer zetels ongevuld blijven. “Dan neemt de werkdruk op andere leden toe.” Maar op sterven na dood is de medezeggenschap volgens hem niet. “Dat kan ook niet, want ik heb ze veel te hard nodig. Ze zijn voor mij de peilstok in de organisatie. Het zijn de belangrijke voelsprieten die een bestuurder niet kan missen.”  

Alle reacties (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *