Billy Rouwenhorst: De kale conducteur met het ronde brilletje wil me alleen maar moed inspreken
Ik weet dat hij het goed bedoelt, echt. Dat de kale conducteur met het ronde brilletje me alleen maar moed wil inspreken terwijl hij mijn kaartje controleert. Maar als hij zijn woord eruit gooit, voel ik toch ergens een steek in mijn hart. “Beterschap.” Zijn blik op de felroze kruk naast me, terwijl hij vriendelijk lacht. Ik knik hem toe, zeg iets van, “bedankt” en sta daarna op, niet wetend hoe snel ik deze trein uit moet. Mijn haast heeft niets met zijn opmerking te maken, maar met het feit dat we bij mijn station zijn gearriveerd.
Maar ergens knaagt het toch, terwijl ik het inmiddels wel gewend ben. Want ik krijg zulke opmerkingen dag in, dag uit. Zodra mensen zien dat ik met een kruk loop, wensen ze me van alles toe: beterschap, sterkte en succes. Maar het ding is, het wordt níet beter. En zodra ik dat zeg is het ineens weer ongemakkelijk. Want hoezo loopt een jong en op het eerste oog gezond iemand met een kruk? Dan ben ik ineens weer degene die de sfeer verpest, terwijl zij het hebben gevraagd.
Nee, ik heb geen ongeluk gehad, en ben niet gevallen tijdens het sporten. Dit is nou eenmaal zo en nee, er is niets meer aan te doen. Het is moeilijk voor mensen om te beseffen dat er mensen zijn waarbij het niet beter wordt. Ik zie heus wel in dat mensen alleen maar goede bedoelingen hebben met zo’n vraag. Maar ik krijg die vraag toch gemiddeld zo’n 5 á 6 keer per dag. Echt waar, ik hou het bij. Door welwillende collega’s, maar ook van een wildvreemde. Van mensen met wie ik in de lift sta of van de caissière bij de Albert Heijn. Ik ben ook weleens midden op straat gestopt door iemand die ik nog nóóit eerder had gezien en die wilde weten wat er aan de hand was.
En ze bedoelen het állemaal goed, maar hopelijk ziet u in dat het gewoon heel vervelend wordt als ik de godganse dag moet gaan uitleggen wat er mis met me is. Ik wil gewoon mijn eieren en noodles afrekenen, laat me!
Maar dat vind ik al een ding op zich: “Wat is er mis met je?” Nou, in alle eerlijkheid: helemaal niets, want ik red me wel, maar dat vragen ze nooit.
Ergens zou ik weleens willen weten hoeveel toevoeging het aan het leven van iemand anders geeft, om te weten wat er met me aan de hand is. Dat de conducteur vanavond toch iets comfortabeler in bed ligt en als hij zich nog eens lekker omdraait denkt: “ik slaap zo veel beter nu ik deze vreemde in de trein beterschap heb gewenst.”
Maar misschien is hij al lang vergeten dat hij het heeft gezegd, was ik bij station Ravenstein alweer uit zijn gedachten verdwenen. Niet wetend dat zijn goedbedoelde opmerking zo is blijven hangen dat ik er een hele column aan heb gewijd.
Iets met beterschap, zou ik maar zeggen.
Billy is vierdejaars Lerarenopleiding Geschiedenis bij de HAN en schrijft om de drie weken een column voor SAM
Alle reacties (3)
turnthepages.nl
Dit is zo herkenbaar. Een van de redenen dat ik waar het kan, de zelfscankassa gebruik! Ik heb gewoon niet de energie voor dat geneuzel van mensen, of de medelijdende blikken en overbehulpzaamheid...
Piraat
Herkenbaar: iedere winter hoor ik weer: "Op wintersport geweest?" Nee, nog nooit! :-) Ik heb er echter geen moeite mee, integendeel: ik maak er gebruik van. Makkelijk om een parkeerplaats voor de deur te hebben, deuren open te laten doen, koffie/thee mee te laten brengen, kortingen te regelen (weet je dat je in Italie gratis en meteen musea in kan? Ook de mooiste en drukste?) en ga zo maar door. Inderdaad, men bedoelt het goed en dat is fijn in deze tijd: er zijn te veel mensen die het niet goed met mensen bedoelen en dat stoort me veel meer!
Eenmankmeisje
Heel herkenbaar. Ik ben ooit door iemand op straat aangesproken die God zou vragen om te zorgen dat ik 'beter' zou worden. Heel lief bedoeld maar ik ben ten eerste niet ziek en ten tweede kan niemand ervoor zorgen dat mijn zichtbare beperking weggaat.