GZ-psycholoog Witteveen: “Slachtoffers goed bijstaan is een kunst – die we allemaal kunnen leren”
NOPFY-Kringgesprek seksueel grensoverschrijdend gedrag (deel 2 van 2)
Seksueel grensoverschrijdend gedrag is hardnekkig als onkruid. Daarom is blijvende alertheid nodig. GZ-psycholoog Gabré Witteveen: “Oók bij getuigen en naasten. En evengoed bij (para)medici in de omgang met patiënten.” Met ervaringsdeskundige Thalia biedt ze hiertoe de handvatten.
Lering trekken uit Thalia’s verhaal
Terwijl Thalia haar verhaal doet, wijkt GZ-psycholoog Gabré Witteveen (rechts op de foto) geen seconde van Thalia’s zijde. Gauw wordt duidelijk waarom. Gabré is al haar psycholoog sinds Thalia’s elfde levensjaar. Thalia, met voelbare waardering in haar stem: “Gabré was toen en is tot aan de dag van vandaag mijn grote steun en toeverlaat.”
Feiten en cijfers
- Nederland kent jaarlijks 100.000 slachtoffers van seksueel geweld.
- Eén op de acht vrouwen is ooit verkracht, en één op de 25 mannen.
- Twee derde van de slachtoffers maakt zonder therapie opnieuw seksueel geweld mee.
Bron: Centrum Seksueel Geweld
Ervaringen en inzichten delen
Gabré werkt als medisch psycholoog in Gelre ziekenhuizen in Zutphen. “Daar zie ik veelvuldig wat dit soort (seksueel) grensoverschrijdend gedrag met kinderen en jongeren doet.” Ook daarom zit zij vandaag in de kring. Om haar ervaringen en inzichten te delen met de aanwezige studenten van Ergotherapie, Fysiotherapie, Logopedie, Voeding & Diëtetiek en Verpleegkunde.
Ingewikkeld en gevoelig
Gabré benadrukt, aan de start van dit tweede deel van het kringgesprek, dat seksueel geweld haast per definitie een complexe aangelegenheid is. “Bijvoorbeeld doordat de dader in 85 procent van de gevallen een bekende is van het slachtoffer. Niet zelden leidt dat tot een verwrongen loyaliteit bij het slachtoffer, of grijpt de dader dit aan voor manipulatie (‘Dit blijft tussen ons, he. Je wilt toch niet dat papa en mama straks om jou uit elkaar gaan?’).”
Extra hordes
Daar komt bij dat het misbruik of de grensoverschrijding vaak op een afgeschermde plek plaatsvindt – zonder ooggetuigen en daardoor later lastiger te bewijzen.
De psycholoog: “Het werpt allemaal hordes op om met je verhaal naar buiten te treden, familie of vrienden in vertrouwen te nemen, of ook om aangifte te doen. Bij een toch al zo beladen onderwerp als seksualiteit.”
Lichamelijke reactie zegt nog niets
Gabré: “Ook schaamt het slachtoffer zich vaak voor haar of zijn, naar eigen inschatting, onvoldoende heldere communicatie naar de dader. Of heeft het slachtoffer schuldgevoelens omdat er een lichamelijke reactie was toen het gebeurde. De psycholoog voegt er meteen aan toe: “Onderzoek is daar klip en klaar over. Zo’n fysieke respons zegt niets over instemming laat staan over toestemming geven.”
“Eén op de vier slachtoffers deelt nooit wat zich heeft voorgedaan. Meestal vanwege schuld- en schaamtegevoelens”
Schuld en schaamte
Om deze en vergelijkbare redenen deelt zelfs één op de vier slachtoffers nooit wat zich heeft voorgedaan, stelt Gabré. “Meestal vormen schuld- en schaamtegevoelens de grootste sta-in-de-weg. Gevoelens die je – als je niets van dit thema weet – misschien eerder met de dader zou associëren. Toch spoken er zelfverwijten door de hoofden van menig slachtoffer: ‘Het ligt aan mij, ik heb zelf aanleiding ertoe gegeven.’ ‘Ik heb niet duidelijk nee gezegd.’ ‘Ik had het contact direct moeten afkappen nadat hij aan me had gezeten.’”
Dichtklappen en een muur optrekken
Thalia vult aan: “De complexiteit en gevoeligheid van dit alles maken helaas dat veel slachtoffers dichtklappen, een muur optrekken. Ook uit verdriet en onmacht. Jaren erna is hun seksuele ontwikkeling vaak nog steeds verstoord. Kunnen ze niet over hun seksualiteit, over hun behoeftes praten. Of komen deze behoeftes er op een verwrongen, ongezonde manier uit. Ik spreek uit ervaring.”
Signalen herkennen
Reden te meer voor de omgeving om alert erop te zijn dat iemand hier misschien onder gebukt gaat. Maar hoe doe je dat als slachtoffers het zelf diep hebben weggestopt? Wat zijn dan toch eventuele tekenen?
Gabré en Thalia komen, met de kring, uit op signalen als:
– Freeze. Iemand schrikt en verstart bij een ogenschijnlijk ‘simpele’ of ‘onschuldige’ aanraking.
– Dissociëren. Iemand staart stil voor zich uit zodra er rond dit thema een gevoelige snaar is geraakt.
– Schijnbaar terloopse opmerkingen/’grapjes’. Iemand heeft het, terugkerend en quasi luchtig, bijvoorbeeld over ‘die vieze fysio’.
– Vermijding. Iemand begint zenuwachtig te friemelen als dit thema ter sprake komt, of begint snel over iets anders.
– Veiligheidsgedrag: Iemand neemt zijn toevlucht tot een gedragsritueeltje of vertoont compulsieve trekjes om controle te behouden zodra het thema voorbijkomt.
– Zich ongepast, erg ‘vrij’ gedragen naar bijvoorbeeld hulpverleners.
– Specifiek in het contact tussen (para)medici en patiënt: een patiënt kan aanraking van sommige lichaamsdelen niet voelen.
Wat moet je wel/niet zeggen of doen?
De kringdeelnemers denken ook mee over deze call to action van Thalia en Gabré: of je nou toevallige omstander of getuige, een medestudent, vriend(in) of familielid van het slachtoffer bent, zorg ervoor dat je het slachtoffer op de juiste manier steunt. Gezamenlijk komen de aanwezigen tot een handzaam lijstje do’s en don’ts:
Do’s:
– Luister zorgvuldig, vraag (alleen desgewenst!) door en vat het soms samen, om te checken of dit is wat het slachtoffer aan je kwijt wilde.
– Doe dit in een veilige omgeving.
– Vraag waar die persoon verder behoefte aan heeft. Misschien een gesprek met een HAN-studentpsycholoog. Of betrouwbare informatie op een goede site als Centrum Seksueel Geweld.
Don’ts:
– Victim blaming. Bedenk: geen enkel slachtoffer zit te wachten op oninvoelzame, onintelligente uitspraken als: ‘Ja, had dan ook geen korte rok aangetrokken!’
– Waarom-vragen. Omdat in deze vragen vaak een veroordeling doorklinkt, een vorm van victim blaming dus: ‘Waarom heb je dit niet eerder verteld?’ ‘Waarom heb je je niet verzet?’ ‘Waarom heb je niet gewoon gezegd: ik wil dit niet?’
– Een spervuur aan vragen. Maak er geen kruisverhoor van. Check eerst: wat wil het slachtoffer op dat moment wel, niet, en in welke mate met jou delen? Respecteer dit.
– Invullen in plaats van invoelen: verplaats je zo goed mogelijk in de ander. Kom niet met jouw opinies en oordelen aanzetten.
– Doorvertellen, zonder toestemming, wat in vertrouwen met je gedeeld is.
(Para)medisch professioneel handelen
Tot slot buigt de kring zich over de laatste kwestie van deze woensdagmiddag. Hoe communiceer je als (para)medisch professional zorgvuldig met cliënten over behandelingen waarvoor lichamelijk contact noodzakelijk is?
Protocol en proactief
Opvallend is dat ze bij bijvoorbeeld Verpleegkunde, zowel in de studie als in het werkveld, hier al duidelijke protocollen voor hebben, maar bij Fysiotherapie nog niet. Ruimte voor verbetering dus.
Maar daarnaast, zo vinden alle aanwezigen, is het altijd zaak om hier zelf als hulpverlener proactief in te zijn. Weet je als fysio bijvoorbeeld dat je iemand in de liesstreek zult moeten aanraken voor een behandeling? Informeer die persoon daar dan al vóór de behandeling over. Misschien ook met een kledingsuggestie erbij. En vraag of de patiënt voor die behandeling toestemming verleent.
Bespreek het met je docent of stagebegeleider
Dan nog kun je als student en stagiair altijd tegen lastige situaties aanlopen, zegt Thalia. “Bijvoorbeeld wanneer een patiënt seksuele toespelingen maakt. Vraag dan altijd ook je docent of stagebeleider om hulp en advies.”
Lees ook deel 1 van dit artikel over het NOPFY-Kringgesprek seksueel grensoverschrijdend gedrag: HAN-student Thalia: “Mijn fysio had lak aan mijn grenzen, al vanaf mijn 15e”
Alle reacties (0)