CvB-voorzitter Verhofstad: “Een kleinere HAN is geen optie voor onze regionale partners”
Regionale krimp leidt tot dalende instroom eerstejaars
Sinds een paar jaar kent de HAN een dalende instroom van eerstejaarsstudenten. Direct gevolg van de demografische krimp in veel regio’s, ook die van ons, een trend die naar verwachting langer zal aanhouden. Hoe raakt dit de HAN? En hebben we ons antwoord hierop al klaar? SAM vraagt het aan HAN-bestuursvoorzitter Rob Verhofstad.
Niets zo moeilijk als het voorspellen van de toekomst. Hoe zeker zijn we ervan dat het probleem van krimp zich zal voordoen in onze regio?
“Gezaghebbende studies en rapporten, zoals Elke regio telt!, zijn daar eensluidend kraakhelder over: veel regio’s, ook de onze, moeten zich opmaken voor een teruggang in inwoneraantal. Een landelijke trend die zich eerst voordoet aan de randen van het land en in de niet-stedelijke gebieden. Maar waar uiteindelijk geen enkele regio in het land aan ontkomt. Volgens de cijfers en prognoses zal het in steden als Nijmegen en Arnhem vooralsnog zo’n vaart niet lopen. Maar uit diezelfde data blijkt ook dat de Achterhoek landelijk het gebied is met de gróótste krimp. En ook daar komen traditioneel veel van onze studenten vandaan.”
Wat betekent deze dalende trend op termijn voor de HAN, als we op onze handen zouden blijven zitten? Opleidingen die de poorten sluiten? Het afstoten van gebouwen? Een vacaturestop? Kortom, een kleinere HAN?
“Je zegt het goed: als we op onze handen zouden blijven zitten. Maar ons Koersbeeld getuigt eerder van handen uit de mouwen! Dat moet ook, gezien onze maatschappelijke rol. Neem wat ons allemaal te doen staat in het kader van een leven lang ontwikkelen, op maat voor onze regio en in duurzame samenwerkingsverbanden met onze partners. Voorgoed voorbij zijn de dagen dat je een hbo-student opleidde van pakweg diens 17e tot 21e levensjaar. Om op de arbeidsmarkt van nu en morgen fit for the job te blijven, moeten onze studenten – en wij allemaal – bij blijven leren. De HAN moet én wil daarin voorzien met een passend, breed onderwijsportfolio.
Voeg daarbij dat in veel regionale bedrijven de arbeidscontracten voor onze afstudeerders bij wijze van spreken al klaarliggen voor ondertekening. Onze hbo-professionals zijn zó hard nodig. Hoe kunnen we in deze regio anders op grote schaal circulair gaan bouwen? Hoe kunnen we anders AI inzetten bij het slim, schoon en sociaal oplossen van problemen? Of hoe zorgen we er anders voor dat de maakindustrie in de Achterhoek blijft innoveren en zo behouden blijft voor de streek? Drie van duizend voorbeelden.
“Wij hebben een cruciale regionale functie. Als wij ‘een kleinere HAN’ zouden worden, dan hebben we ons werk niet goed gedaan”
Transport en logistiek, energietransitie, ICT, zorg, noem maar op, op tal van terreinen is er een enorme vraag naar goed geschoolde mensen. Dat is een rechtstreekse opdracht aan ons, gezien de functie die wij hebben in en voor de regio. Als wij een ‘kleinere HAN’ zouden worden, dan hebben we ons werk niet goed gedaan. In het Koersbeeld staat hoe we die regionale rol de komende jaren willen gaan vervullen.”
Zo te horen gaan we in de toekomst niet zozeer minder maar anders opleiden? Voor andere doelgroepen ook?
“Klopt. Kijk, jongeren die een havo- of roc-diploma op zak hebben, zullen hier altijd voor een vervolgopleiding terecht kunnen. Dat blijft. Dan nog staat vast dat er in de toekomst minder toeloop zal zijn naar de bachelors. Daar staat tegenover dat onze versterkte focus op een leven lang ontwikkelen veel nieuwe studenten zal trekken. Ook is er, nu al, sprake van een aanzienlijke groei in het aantal Associate Degree-opleidingen. Minstens zo groot is het potentieel van onze masteropleidingen – al onze bachelorstudenten attenderen we op deze aantrekkelijke vervolgoptie. Bovendien zullen steeds meer werkenden met een master bij ons aankloppen om in deeltijd nog een andere masteropleiding te volgen. In innovatie, management, verduurzaming of AI, verzin het maar. Dat kun je bij een steeds dynamischer beroepspraktijk gewoonweg op je vingers natellen.
Voor al deze doelgroepen is het van belang dat het onderwijs meer met hen meebeweegt, dus flexibel van opzet is, waar mogelijk tijd- en plaatsonafhankelijk wordt aangeboden en waarbij wendbare opleiders met maatwerk inspelen op individuele leerbehoeftes en praktijkvraagstukken.”
Het Koersbeeld zal vast ook de route naar die anders opleidende, flexibeler HAN nader uitstippelen. Maar maakt ons dat nou echt klaar voor de toekomst? Wie kan in een steeds turbulentere wereld nog voorspellen wat er op ons afkomt en wat ons te doen staat?
“Tot op zekere hoogte, op zijn best, toegegeven. Hoe dan ook, de richting is helder. Duidelijk is ook: we staan voor grote, ambitieuze opgaves. Zeker is dat we soms zullen zuchten bij al het hooi op onze vork. Complex wordt het sowieso. En bij alle veranderlijkheid valt niet uit te sluiten dat we af en toe voor vervelende keuzes komen te staan. Ja, dan moeten we misschien wel stoppen met een opleiding waar nauwelijks aanmeldingen voor zijn. Ten gunste van ander onderwijsaanbod waar in de regio dringend behoefte aan is. Laten we dan wel bedenken: de HAN is geen doel op zichzelf. We zijn er om onze opdracht te vervullen, in verbinding met wat de omgeving in wisselende omstandigheden van ons vraagt.”
Er zijn méér krimpregio’s. Minder bachelors, dat zal ook spelen bij hogescholen elders. Kunnen kennisinstellingen als de HAN rekenen op ruggensteun vanuit Den Haag?
“Zeker, daar maak ik mij geen zorgen om. In Vereniging Hogescholen-verband komen er nu al landelijke middelen vrij voor kennisinstellingen in krimpregio’s. Dit om te voorkomen dat anders opleidingen verdwijnen die van groot belang zijn. Van belang voor studenten die anders in, zeg, Zeeland of Friesland opgezadeld worden met een ernstig verschraald onderwijsaanbod. Van belang ook voor de hele regio. Omdat sommige opleidingen onmisbaar zijn voor de regionale arbeidsmarkt.
Weer raakt dit aan die maatschappelijk-economische functie van kennisinstellingen. Wij zijn een essentiële schakel in het regionale ecosysteem, als onderwijs- én onderzoeksinstelling. Als partner in talloze samenwerkingsverbanden met regionale partijen. Als broedplaats en aanjager van innovatie. Vandaar ook dat we onlangs het Human Capital Akkoord van The Economic Board in deze regio hebben ondertekend. Een stevige stap vooruit om samen met grote bedrijven, de provincie, gemeentes, de Radboud Universiteit en ROC Nijmegen ervoor te zorgen dat we sneller meer mensen opleiden voor de tekortsectoren.
Nee, op een ‘kleinere HAN’ zou ik voorlopig maar niet rekenen, eerder op een – nog – betere HAN!”
Zie voor de instroomcijfers van de HAN in de jaren 2019 tot en met 2023 de Verenigde Hogescholen-site; selecteer onder ‘Sectordashboard I hogescholen’ de ‘Hogeschool van Arnhem en Nijmegen’ en raadpleeg dan de tabel ‘eerstejaars’.
Alle reacties (2)
Sabine Maresch
Het aantal inwoners van Nederland dat in het buitenland is geboren, stijgt volgens de Bevolkingsprognose 2023–2070 van 2,9 miljoen eind 2023 naar 5,4 miljoen in 2070. Momenteel is 17 procent van de bevolking in het buitenland geboren. Volgens de Bevolkingsprognose 2023–2070 stijgt dit naar 26 procent in 2070 (cijfers CBS, 2023). Daarin bevinden zich onze toekomstige studenten! De HAN kan zich aantrekkelijker maken voor deze groepen door inclusiviteit zichbaar te maken. Waterkraantjes in de gang, een diverser aanbod in de kantine, geen lessen op Suikerfeest, diversiteit in het HR-aannamebeleid nu eindelijk eens toepassen. Het lijken kleine dingen. Maar al die kleine dingen samen maakt de HAN aantrekkelijker voor studenten die nu kiezen voor een hogeschool die al lang zo ver is, waar ze zich meer thuis voelen, ook al moeten ze daar dan verder voor reizen.
Harald de Vries
Naast AD's en Masters worden voor de werkenden ook modules met Microcredentials heel geschikt. Deze modules zijn 4 tot 26 weken lang en zijn flexibel te volgen naast het werk. Het zou mooi zijn als het aanbod van modules met microcredentials flink uitgebreid zal worden in de toekomst.